330 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Sechste Verordnung
zu dem Übereinkommen vom 9. September 1996
über die Sammlung, Abgabe und Annahme
von Abfällen in der Rhein- und Binnenschifffahrt
(6. CDNI-Verordnung – 6. CDNI-V)
Vom 17. Juli 2018
Auf Grund des § 2 Absatz 1 Nummer 5 in Verbindung mit Absatz 2 des
Binnenschifffahrt-Abfallübereinkommen-Ausführungsgesetzes vom 13. Dezem-
ber 2003 (BGBl. I S. 2642), der in Absatz 1 im einleitenden Satzteil und in Ab-
satz 2 zuletzt durch Artikel 105 Nummer 2 der Verordnung vom 31. August 2015
(BGBl. I S. 1474) geändert worden ist, in Verbindung mit § 1 Absatz 2 des
Zuständigkeitsanpassungsgesetzes vom 16. August 2002 (BGBl. I S. 3165) und
dem Organisationserlass vom 14. März 2018 (BGBl. I S. 374) verordnet das
Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur im Einvernehmen mit
dem Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz und nukleare Sicherheit und
dem Bundesministerium der Finanzen:
Artikel 1
(1) Die mit den Beschlüssen
1. CDNI 2017-I-5 der Konferenz der Vertragsparteien vom 22. Juni 2017 und
2. CDNI 2017-II-1 der Konferenz der Vertragsparteien vom 15. Dezember 2017
angenommenen Änderungen der Anlage 2 des Übereinkommens vom 9. Sep-
tember 1996 über die Sammlung, Abgabe und Annahme von Abfällen in der
Rhein- und Binnenschifffahrt (CDNI) (BGBl. 2003 II S. 1799, 1800, 1813), das
zuletzt durch die Beschlüsse vom 28. Juni 2016 und 15. Dezember 2016
(BGBl. 2017 II S. 1410, 1411, 1415, 1480) geändert worden ist, werden hiermit
auf den in der Anlage 1 des Übereinkommens genannten deutschen Wasser-
straßen in Kraft gesetzt.
(2) Die Beschlüsse werden nachstehend veröffentlicht.
Artikel 2
(1) Diese Verordnung tritt am Tag nach der Verkündung in Kraft.
(2) Diese Verordnung tritt an dem Tag außer Kraft, an dem das Übereinkom-
men für die Bundesrepublik Deutschland außer Kraft tritt.
(3) Der Tag des Außerkrafttretens ist im Bundesgesetzblatt bekannt zu geben.
Der Bundesrat hat zugestimmt.
Berlin, den 17. Juli 2018
Der Bundesminister
f ü r Ve r k e h r u n d d i g i t a l e I n f ra s t r u k t u r
Andreas Scheuer
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 331
Beschluss CDNI 2017-I-5
Teil B
Überwachung der Einhaltung der Verpflichtungen
Änderung des Artikels 7.01 der Anwendungsbestimmung
Résolution CDNI 2017-I-5
Partie B
Contrôle des obligations
Amendement de l’article 7.01 du Règlement d’application
Besluit CDNI 2017-I-5
Deel B
Controle op de verplichtingen
Wijziging van artikel 7.01 van de Uitvoeringsregeling
Die Konferenz der Vertragsparteien, La Conférence des Parties Contrac- De Conferentie van Verdragsluitende
tantes, Partijen,
gestützt auf das Übereinkommen über vu la Convention relative à la collecte, gezien het Verdrag inzake de verzameling,
die Sammlung, Abgabe und Annahme von au dépôt et à la réception des déchets afgifte en inname van afval in de Rijn-
Abfällen in der Rhein- und Binnenschifffahrt survenant en navigation rhénane et intérieure en binnenvaart (CDNI) en in het bijzonder
(CDNI) und insbesondere dessen Artikel 10, (CDNI) et notamment ses articles 10, 14 de artikelen 10, 14 en 19 daarvan,
14 und 19, et 19,
in der Erwägung, dass Mechanismen zur considérant qu’il importe de mettre en overwegende het belang van een goede
Überwachung der Verpflichtungen der ver- œuvre des mécanismes de contrôle des tenuitvoerbrenging van de controlemecha-
schiedenen Parteien erforderlich sind, um obligations qui incombent aux différentes nismen met betrekking tot de verplichtingen
eine ordnungsgemäße Anwendung des parties aux fins d’assurer la bonne applica- van de verschillende partijen om te zorgen
Übereinkommens zu gewährleisten, tion de la Convention, voor een goede toepassing van het Verdrag,
auf Vorschlag ihrer Arbeitsgruppe, sur la proposition de son groupe de travail, op voorstel van haar werkgroep,
beschließt, Artikel 7.01 der Anwendungs- décide de modifier l’article 7.01 du règle- besluit artikel 7.01 van de Uitvoerings-
bestimmung des CDNI wie folgt zu ändern: ment d’application de la CDNI ainsi qu’il regeling van het CDNI als volgt te wijzigen:
suit:
„(1) In der Entladebescheinigung nach «(1) Dans l’attestation de déchargement „(1) De ladingontvanger geeft ten aanzien
Artikel 6.03 bestätigt der Ladungsempfän- visée à l’article 6.03 ci-dessus, le destina- van het schip in de losverklaring bedoeld in
ger dem Fahrzeug die Entladung, die Rest- taire de la cargaison atteste au bâtiment artikel 6.03, de bevestiging inzake het lossen,
entladung und, soweit ihm dies obliegt, das le déchargement de la cargaison, le déchar- het nalossen en, voor zover hij daartoe ver-
Waschen der Laderäume oder Ladetanks gement des restes et, dans la mesure où plicht is, het wassen van de laadruimen of
sowie die Annahme von Abfällen aus dem il lui incombe, le lavage des cales ou des ladingtanks, alsmede de inname van afval
Ladungsbereich oder gegebenenfalls die citernes à cargaison ainsi que la réception van de lading dan wel eventueel de toewij-
Zuweisung einer Annahmestelle. Er hat die des déchets liés à la cargaison ou, le cas zing van een ontvangstinrichting. Hij dient
von ihm und dem Schiffsführer ausgefüllte échéant, la désignation d’une station de een kopie van de door hem en de schipper
und unterzeichnete Entladebescheinigung réception. Il doit conserver au moins six mois ingevulde en ondertekende losverklaring
nach ihrer Ausstellung mindestens sechs après sa délivrance une copie de l’attesta- gedurende ten minste zes maanden na
Monate in Kopie aufzubewahren. tion de déchargement complétée et signée afgifte te bewaren.
par lui et le conducteur.
(2) Sofern der Ladungsempfänger das (2) Si le destinataire de la cargaison ne (2) Voor zover de ladingontvanger het
Waschwasser, das nicht in die Wasser- recueille pas lui-même les eaux de lavage waswater, dat niet in de vaarweg geloosd
straße eingeleitet werden darf, nicht selbst qui ne peuvent être déversées dans la voie mag worden, niet zelf aanneemt, bevestigt
annimmt, bestätigt der Betreiber der An- d’eau l’exploitant de la station de réception de exploitant van de ontvangstinrichting het
nahmestelle dem Fahrzeug die Annahme atteste au bâtiment la réception des eaux schip de inname van het waswater. Hij dient
des Waschwassers. Er hat die von ihm, de lavage. Il doit conserver au moins six mois een kopie van de door hem, de ladingont-
dem Ladungsempfänger und dem Schiffs- après sa délivrance une copie de l’attesta- vanger en de schipper ingevulde en onder-
führer ausgefüllte und unterzeichnete Ent- tion de déchargement complétée et signée tekende losverklaring gedurende ten minste
ladebescheinigung nach ihrer Ausstellung par lui, le destinataire de la cargaison et le zes maanden na afgifte te bewaren.“
mindestens sechs Monate in Kopie aufzu- conducteur.»
bewahren.“
Dieser Beschluss tritt am 1. Januar 2018 La présente résolution entre en vigueur le Het onderhavige besluit treedt op 1 januari
in Kraft. 1er janvier 2018. 2018 in werking.
332 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Beschluss CDNI 2017-II-1
Berichtigung von Unstimmigkeiten
in den Artikeln 5.01 und 7.04 Absatz 3
sowie in den geänderten Anhängen III und IV der Anwendungsbestimmung
Résolution CDNI 2017-II-1
Corrections des incohérences
dans les articles 5.01 et 7.04, paragraphe 3
et dans les appendices III et IV modifiés du Règlement d’application
Besluit CDNI 2017-II-1
Correctie van fouten
in artikel 5.01 en 7.04, derde lid,
alsmede in de gewijzigde Aanhangsels III en IV van de Uitvoeringsregeling
Die Konferenz der Vertragsparteien, La Conférence des Parties Contractantes, De Conferentie van Verdragsluitende
Partijen,
gestützt auf das Übereinkommen über vu la Convention relative à la collecte, op grond van het Verdrag inzake de
die Sammlung, Abgabe und Annahme von au dépôt et à la réception des déchets verzameling, afgifte en inname van afval in
Abfällen in der Rhein- und Binnenschifffahrt survenant en navigation rhénane et intérieure de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en in het
(CDNI) und insbesondere dessen Artikel 14 (CDNI) et notamment ses articles 14 et 19, bijzonder artikel 14 en 19 van het Verdrag,
und 19,
gestützt auf das Übereinkommen über vu la Convention relative à la collecte, op grond van het Verdrag inzake de
die Sammlung, Abgabe und Annahme von au dépôt et à la réception des déchets verzameling, afgifte en inname van afval in
Abfällen in der Rhein- und Binnenschifffahrt survenant en navigation rhénane et intérieure de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en in het
(CDNI) und insbesondere dessen Artikel 22, (CDNI) et notamment son article 22, qui bijzonder artikel 22, dat bepaalt dat elke
dem zufolge jede Sprachfassung gleicher- dispose que chaque version linguistique de taalversie gelijkelijk authentiek is,
maßen verbindlich ist, la Convention fait foi,
in der Erwägung, dass einheitliche und considérant qu’il importe de mettre en overwegende dat voor een correctie
konsistente Sprachfassungen erforderlich œuvre des versions linguistiques uniformi- toepassing van het Verdrag door alle Ver-
sind, um eine ordnungsgemäße Anwen- sées et cohérentes aux fins d’assurer la dragsluitende Partijen uniforme en coherente
dung des Übereinkommens durch alle Ver- bonne application de la Convention par taalversies nodig zijn,
tragsparteien zu gewährleisten, tous les États contractants,
nimmt die Berichtigungen an den Arti- adopte les corrections aux articles 5.01 stemt in met de correcties in artikel 5.01
keln 5.01 und 7.04 Absatz 3 sowie an den et 7.04, paragraphe 3 et aux appendices III en 7.04, derde lid, alsmede met de correcties
Anhängen III und IV, wie in der Anlage auf- et IV telles que détaillées dans l’annexe. in de Aanhangsels III en IV zoals weergege-
geführt, an. ven in de bijlage.
Dieser Beschluss tritt am 1. Januar 2018 La présente résolution entre en vigueur le Dit besluit wordt van kracht op 1 januari
in Kraft. 1er janvier 2018. 2018.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 333
Anlage CDNI 2017-II-1
Unstimmigkeiten in den Artikeln 5.01 und 7.04 Absatz 3
sowie in den geänderten Anhängen III und IV der Anwendungsbestimmung
1. Die französische Fassung des Übereinkommens wird wie folgt geändert:
a) In Anhang III
aa) erhalten die Einträge zu den Güternummern 729 und 7290 folgende Fassung:
„ 729 Engrais composés et autres engrais de composition chimique
7290 Engrais minéraux composés, à savoir engrais composés de nitrates,
phosphates et potasses, de nitrates et phosphates, de nitrates et potasses,
de phosphates et potasses, engrais commerciaux, engrais composés
non spécifiés X A 11) “
bb) erhält der Eintrag zur Güternummer 973 folgende Fassung:
„ 973 Articles en papier et carton “
b) In Anhang IV Entladebescheinigung (Tankschifffahrt) wird
aa) die Fußnote „*“ wie folgt korrigiert:
„* Voir remarque concernant cette question dans l’annexe de l’attestation de déchargement cale citerne“
bb) die Fußnote „**“ wie folgt geändert:
„** Classification des déchets suivant Décision 2014/955/UE de la Commission du 18 décembre 2014 modifiant
la décision 2000/532/CE établissant la liste des déchets, conformément à la directive 2008/98/CE du Parlement
européen et du Conseil“
2. Die deutsche Fassung des Übereinkommens wird wie folgt geändert:
a) In Teil B der Anwendungsbestimmung wird Artikel 7.04 Absatz 3 Buchstabe c wie folgt korrigiert:
„c) Falls zum Zeitpunkt der Entladung die Folgeladung noch nicht bekannt ist, aber es sich voraussichtlich um eine kompatible
Ladung handeln wird, kann die Anwendung von Absatz 2 hinausgeschoben werden. Der Befrachter (bei flüssiger Ladung)
oder der Ladungsempfänger (bei trockener Ladung) muss vorläufig eine Annahmestelle für das Waschwasser bezeichnen,
die in die Entladebescheinigung einzutragen ist. Zusätzlich muss in der Entladebescheinigung das Feld 6c) angekreuzt
werden. Die Mengenangabe unter Nummer 9 entfällt. Sofern vor Anlauf der in der Entladebescheinigung angegebenen
Annahmestelle durch den Frachtführer nachweisbar feststeht, dass die Folgeladung kompatibel ist, muss dies in der
Entladebescheinigung in Feld 13 angegeben werden. In diesem Fall braucht nicht gewaschen zu werden. Andernfalls
gelten die Bestimmungen zum Waschen uneingeschränkt. Der Nachweis bezüglich der kompatiblen Folgeladung ist bis
zur Entladung der kompatiblen Folgeladung an Bord mitzuführen.“
b) In Anhang IV Entladebescheinigung (Tankschifffahrt) wird
aa) die Fußnote „*“ wie folgt korrigiert:
„* Siehe Hinweis zu dieser Frage im Anhang zur Entladebescheinigung Tankschifffahrt“
bb) die Fußnote „**“ wie folgt geändert:
„** Klassifizierung der Abfälle nach Beschluss 2014/955/EU der Kommission vom 18. Dezember 2014 zur Änderung der
Entscheidung 2000/532/EG über ein Abfallverzeichnis gemäß der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments
und des Rates“
3. Die niederländische Fassung des Übereinkommens wird wie folgt geändert:
a) In Teil B der Anwendungsbestimmung wird Artikel 5.01 Absatz 3 Buchstabe c wie folgt korrigiert:
„a) „eenheidstransporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip
aantoonbaar dezelfde lading of andere lading, waarvan het transport geen voorafgaand reiniging van het laadruim of de
ladingtank vereist, wordt vervoerd;
aa) „verenigbare transporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het
schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen voorafgaand wassen van het laadruim of de ladingtank vereist,
wordt vervoerd;“
b) In Anhang IV Entladebescheinigung (Tankschifffahrt) wird die Fußnote „**“ wie folgt geändert:
„** Afvalstoffenclassificatie overeenkomstig Besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van
Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad“
334 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Annexe CDNI 2017-II-1
Incohérences dans les articles 5.01 et 7.04 paragraphe 3
et dans les appendices III et IV modifiés du Règlement d’application
1. La version française de la Convention est modifiée comme suit:
a) Dans l’appendice III
aa) les entrées aux numéros de marchandises 729 et 7290 sont rédigées comme suit:
« 729 Engrais composés et autres engrais de composition chimique
7290 Engrais minéraux composés, à savoir engrais composés de nitrates,
phosphates et potasses, de nitrates et phosphates, de nitrates et potasses,
de phosphates et potasses, engrais commerciaux, engrais composés
non spécifiés X A 11) »
bb) l’entrée au numéro de marchandises 973 est rédigée comme suit:
« 973 Articles en papier et carton »
b) Dans l’appendice IV Attestation de déchargement (cale citerne)
aa) la note de bas de page «*» est modifiée comme suit:
«* Voir remarque concernant cette question dans l’annexe de l’attestation de déchargement cale citerne»
bb) la note de bas de page «**» est modifiée comme suit:
«** Classification des déchets suivant Décision 2014/955/UE de la Commission du 18 décembre 2014 modifiant
la décision 2000/532/CE établissant la liste des déchets, conformément à la directive 2008/98/CE du Parlement
européen et du Conseil»
2. La version allemande de la Convention est modifiée comme suit:
a) Dans la partie B du Règlement d’application, l’article 7.04, paragraphe 3, lettre c) est corrigé comme suit:
«c) Falls zum Zeitpunkt der Entladung die Folgeladung noch nicht bekannt ist, aber es sich voraussichtlich um eine kompatible
Ladung handeln wird, kann die Anwendung von Absatz 2 hinausgeschoben werden. Der Befrachter (bei flüssiger Ladung)
oder der Ladungsempfänger (bei trockener Ladung) muss vorläufig eine Annahmestelle für das Waschwasser bezeichnen,
die in die Entladebescheinigung einzutragen ist. Zusätzlich muss in der Entladebescheinigung das Feld 6c) angekreuzt
werden. Die Mengenangabe unter Nummer 9 entfällt. Sofern vor Anlauf der in der Entladebescheinigung angegebenen
Annahmestelle durch den Frachtführer nachweisbar feststeht, dass die Folgeladung kompatibel ist, muss dies in der
Entladebescheinigung in Feld 13 angegeben werden. In diesem Fall braucht nicht gewaschen zu werden. Andernfalls
gelten die Bestimmungen zum Waschen uneingeschränkt. Der Nachweis bezüglich der kompatiblen Folgeladung ist bis
zur Entladung der kompatiblen Folgeladung an Bord mitzuführen.»
b) Dans l’appendice IV Attestation de déchargement (cale citerne)
aa) la note de bas de page «*» est modifiée comme suit:
«* Siehe Hinweis zu dieser Frage im Anhang zur Entladebescheinigung Tankschifffahrt»
bb) la note de bas de page «**» est modifiée comme suit:
«** Klassifizierung der Abfälle nach Beschluss 2014/955/EU der Kommission vom 18. Dezember 2014 zur Änderung der
Entscheidung 2000/532/EG über ein Abfallverzeichnis gemäß der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments
und des Rates»
3. La version néerlandaise de la Convention est modifiée comme suit:
a) Dans la partie B du Règlement d’application, l’article 5.01, lettres a) et aa) est corrigé comme suit:
«a) „eenheidstransporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip
aantoonbaar dezelfde lading of andere lading, waarvan het transport geen voorafgaand reiniging van het laadruim of de
ladingtank vereist, wordt vervoerd;
aa) „verenigbare transporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het
schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen voorafgaand wassen van het laadruim of de ladingtank vereist,
wordt vervoerd;»
b) Dans l’appendice IV Attestation de déchargement (cale citerne), la note de bas de page «**» est modifiée comme suit:
«** Afvalstoffenclassificatie overeenkomstig Besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van
Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad»
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 335
Bijlage CDNI 2017-II-1
Correcties in artikel 5.01 en 7.04, derde lid,
alsmede in de gewijzigde Aanhangsels III en IV van de Uitvoeringsregeling
1. De Franse versie van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:
a) In Aanhangsel III
aa) komt de tekst bij ladinggoed nummer 729 en 7290 als volgt te luiden:
„ 729 Engrais composés et autres engrais de composition chimique
7290 Engrais minéraux composés, à savoir engrais composés de nitrates,
phosphates et potasses, de nitrates et phosphates, de nitrates et potasses,
de phosphates et potasses, engrais commerciaux, engrais composés
non spécifiés X A 11) “
bb) komt de tekst bij ladinggoed nummer 973 als volgt te luiden:
„ 973 Articles en papier et carton “
b) In Aanhangsel IV Losverklaring (Tankvaart) wordt
aa) de voetnoot „*“ als volgt gecorrigeerd:
„* Voir remarque concernant cette question dans l’annexe de l’attestation de déchargement cale citerne“
bb) de voetnoot „**“ als volgt gecorrigeerd:
„** Classification des déchets suivant Décision 2014/955/UE de la Commission du 18 décembre 2014 modifiant
la décision 2000/532/CE établissant la liste des déchets, conformément à la directive 2008/98/CE du Parlement
européen et du Conseil“
2. De Duitse versie van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:
a) In Deel B van de Uitvoeringsregeling wordt artikel 7.04, derde lid, onderdeel c als volgt gecorrigeerd:
„c) Falls zum Zeitpunkt der Entladung die Folgeladung noch nicht bekannt ist, aber es sich voraussichtlich um eine kompatible
Ladung handeln wird, kann die Anwendung von Absatz 2 hinausgeschoben werden. Der Befrachter (bei flüssiger Ladung)
oder der Ladungsempfänger (bei trockener Ladung) muss vorläufig eine Annahmestelle für das Waschwasser bezeichnen,
die in die Entladebescheinigung einzutragen ist. Zusätzlich muss in der Entladebescheinigung das Feld 6c) angekreuzt
werden. Die Mengenangabe unter Nummer 9 entfällt. Sofern vor Anlauf der in der Entladebescheinigung angegebenen
Annahmestelle durch den Frachtführer nachweisbar feststeht, dass die Folgeladung kompatibel ist, muss dies in der
Entladebescheinigung in Feld 13 angegeben werden. In diesem Fall braucht nicht gewaschen zu werden. Andernfalls
gelten die Bestimmungen zum Waschen uneingeschränkt. Der Nachweis bezüglich der kompatiblen Folgeladung ist bis
zur Entladung der kompatiblen Folgeladung an Bord mitzuführen.“
b) In Aanhangsel IV Losverklaring (Tankvaart) wordt
aa) de voetnoot „*“ als volgt gecorrigeerd:
„* Siehe Hinweis zu dieser Frage im Anhang zur Entladebescheinigung Tankschifffahrt“
bb) de voetnoot „**“ als volgt gewijzigd:
„** Klassifizierung der Abfälle nach Beschluss 2014/955/EU der Kommission vom 18. Dezember 2014 zur Änderung der
Entscheidung 2000/532/EG über ein Abfallverzeichnis gemäß der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments
und des Rates“
3. De Nederlandse versie van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:
a) In Deel B van de Uitvoeringsregeling wordt artikel 5.01, derde lid, onderdeel c als volgt gecorrigeerd:
„a) „eenheidstransporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip
aantoonbaar dezelfde lading of andere lading, waarvan het transport geen voorafgaand reiniging van het laadruim of de
ladingtank vereist, wordt vervoerd;
aa) „verenigbare transporten“: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het
schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen voorafgaand wassen van het laadruim of de ladingtank vereist,
wordt vervoerd;“
b) In Aanhangsel IV Losverklaring (Tankvaart) wordt de voetnoot „**“ als volgt gewijzigd:
„** Afvalstoffenclassificatie overeenkomstig Besluit 2014/955/EU van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van
Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad“
336 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Protokolls von 1988
zu dem Internationalen Übereinkommen von 1974
zum Schutz des menschlichen Lebens auf See
Vom 27. Juni 2018
Das Protokoll vom 11. November 1988 zu dem Internationalen Übereinkom-
men vom 1. November 1974 zum Schutz des menschlichen Lebens auf See
(BGBl. 1994 II S. 2458, Anlageband zum BGBl. 1994 II Nr. 44; 2003 II S. 747, 748)
wird nach seinem Artikel V Absatz 3 für die
Philippinen am 6. September 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
24. Januar 2017 (BGBl. II S. 169).
Berlin, den 27. Juni 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 337
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens zum Schutz des Menschen
bei der automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten
und des Zusatzprotokolls hierzu
Vom 28. Juni 2018
I.
Das Übereinkommen vom 28. Januar 1981 zum Schutz des Menschen bei der
automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten (BGBl. 1985 II S. 538, 539)
wird nach seinem Artikel 22 Absatz 3 für
Cabo Verde* am 1. Oktober 2018
nach Maßgabe einer bei Hinterlegung der Ratifikationsurkunde abgegebenen
Erklärung nach Artikel 13 des Übereinkommens
in Kraft treten.
II.
Das Zusatzprotokoll vom 8. November 2001 zum Übereinkommen vom 28. Ja-
nuar 1981 zum Schutz des Menschen bei der automatischen Verarbeitung
personenbezogener Daten betreffend Kontrollstellen und grenzüberschreitenden
Datenverkehr (BGBl. 2002 II S. 1882, 1887) wird nach seinem Artikel 3 Absatz 3
Buchstabe b für
Cabo Verde am 1. Oktober 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachungen vom
1. August 2017 (BGBl. II S. 1188) und 7. August 2017 (BGBl. II S. 1194).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 28. Juni 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
338 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
über die Anerkennung von Qualifikationen im Hochschulbereich
in der europäischen Region
Vom 6. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 11. April 1997 über die Anerkennung von Qualifika-
tionen im Hochschulbereich in der europäischen Region (BGBl. 2007 II S. 712, 713)
wird nach seinem Artikel XI.3 Absatz 4 für
Kanada* am 1. August 2018
nach Maßgabe von Erklärungen zu Artikel II.2 und Artikel IX.2
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
22. Mai 2014 (BGBl. II S. 433).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 6. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. C h r i s t o p h e E i c k
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Protokolls von 1997
zur Änderung des Internationalen Übereinkommens von 1973
zur Verhütung der Meeresverschmutzung durch Schiffe
Vom 9. Juli 2018
Das Protokoll vom 26. September 1997 zur Änderung des Internationalen
Übereinkommens vom 2. November 1973 zur Verhütung der Meeresverschmut-
zung durch Schiffe in der durch das Protokoll vom 17. Februar 1978 geänderten
Fassung (BGBl. 2003 II S. 130, 132) wird nach seinem Artikel 6 Absatz 2 für
Monaco am 14. August 2018
Philippinen am 24. Juli 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
23. März 2018 (BGBl. II S. 138).
Berlin, den 9. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
338 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
über die Anerkennung von Qualifikationen im Hochschulbereich
in der europäischen Region
Vom 6. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 11. April 1997 über die Anerkennung von Qualifika-
tionen im Hochschulbereich in der europäischen Region (BGBl. 2007 II S. 712, 713)
wird nach seinem Artikel XI.3 Absatz 4 für
Kanada* am 1. August 2018
nach Maßgabe von Erklärungen zu Artikel II.2 und Artikel IX.2
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
22. Mai 2014 (BGBl. II S. 433).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 6. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. C h r i s t o p h e E i c k
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Protokolls von 1997
zur Änderung des Internationalen Übereinkommens von 1973
zur Verhütung der Meeresverschmutzung durch Schiffe
Vom 9. Juli 2018
Das Protokoll vom 26. September 1997 zur Änderung des Internationalen
Übereinkommens vom 2. November 1973 zur Verhütung der Meeresverschmut-
zung durch Schiffe in der durch das Protokoll vom 17. Februar 1978 geänderten
Fassung (BGBl. 2003 II S. 130, 132) wird nach seinem Artikel 6 Absatz 2 für
Monaco am 14. August 2018
Philippinen am 24. Juli 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
23. März 2018 (BGBl. II S. 138).
Berlin, den 9. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 339
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Haager Übereinkommens
über den internationalen Schutz von Erwachsenen
Vom 9. Juli 2018
Das Haager Übereinkommen vom 13. Januar 2000 über den internationalen
Schutz von Erwachsenen (BGBl. 2007 II S. 323, 324) wird nach seinem Artikel 57
Absatz 2 Buchstabe a für
Zypern am 1. November 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
5. April 2018 (BGBl. II S. 141).
Berlin, den 9. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
zur Erleichterung des Internationalen Seeverkehrs
Vom 11. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 9. April 1965 zur Erleichterung des Internationalen
Seeverkehrs (BGBl. 1967 II S. 2434, 2435; 2011 II S. 980, 981) ist nach seinem
Artikel XI für
Japan am 1. November 2005
Montenegro am 3. Juni 2006
Saudi-Arabien am 8. Juli 2018
Serbien am 3. Juni 2006
Türkei am 12. Juli 2016
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
18. Mai 2018 (BGBl. II S. 242).
Berlin, den 11. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 339
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Haager Übereinkommens
über den internationalen Schutz von Erwachsenen
Vom 9. Juli 2018
Das Haager Übereinkommen vom 13. Januar 2000 über den internationalen
Schutz von Erwachsenen (BGBl. 2007 II S. 323, 324) wird nach seinem Artikel 57
Absatz 2 Buchstabe a für
Zypern am 1. November 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
5. April 2018 (BGBl. II S. 141).
Berlin, den 9. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
zur Erleichterung des Internationalen Seeverkehrs
Vom 11. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 9. April 1965 zur Erleichterung des Internationalen
Seeverkehrs (BGBl. 1967 II S. 2434, 2435; 2011 II S. 980, 981) ist nach seinem
Artikel XI für
Japan am 1. November 2005
Montenegro am 3. Juni 2006
Saudi-Arabien am 8. Juli 2018
Serbien am 3. Juni 2006
Türkei am 12. Juli 2016
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
18. Mai 2018 (BGBl. II S. 242).
Berlin, den 11. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
340 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
zum Haager Übereinkommen
zur Befreiung ausländischer öffentlicher Urkunden
von der Legalisation
Vom 12. Juli 2018
I.
Ö s t e r r e i c h * hat am 9. März 2018, P o r t u g a l * am 13. März 2018, L e t t -
l a n d * am 4. April 2018 und R u m ä n i e n * am 14. Juni 2018 gegenüber der
Regierung der Niederlande als Verwahrer des Haager Übereinkommens vom
5. Oktober 1961 zur Befreiung ausländischer öffentlicher Urkunden von der
Legalisation (BGBl. 1965 II S. 875, 876) eine E r k l ä r u n g zu den Erklärungen
der Ukraine (vgl. die Bekanntmachung vom 16. Dezember 2015, BGBl. 2016 II
S. 43) und der Russischen Föderation (vgl. die Bekanntmachung vom 26. April
2017, BGBl. II S. 601) sowie zur territorialen Anwendbarkeit des Übereinkom-
mens in Bezug auf die Autonome Republik Krim und Sewastopol abgegeben.
II.
D e u t s c h l a n d hat am 6. Juni 2018 gegenüber der Regierung der Nieder-
lande als Verwahrer des Übereinkommens folgende E r k l ä r u n g abgegeben:
(Übersetzung)
“The Federal Republic of Germany takes „Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
note of the Declarations submitted by die von der Ukraine am 16. Oktober 2015
Ukraine on 16 October 2015 regarding the vorgelegten Erklärungen betreffend die An-
application of the Convention on Civil Pro- wendung des Übereinkommens über den
cedure (1954), the Convention Abolishing Zivilprozess (1954), des Übereinkommens
the Requirement of Legalisation for Foreign zur Befreiung ausländischer öffentlicher Ur-
Public Documents (1961), the Convention kunden von der Legalisation (1961), des
on the service abroad of judicial and extra- Übereinkommens über die Zustellung ge-
judicial documents in civil or commercial richtlicher und außergerichtlicher Schriftstü-
matters (1965), the Convention on the tak- cke im Ausland in Zivil- oder Handelssa-
ing of evidence abroad in civil or commer- chen (1965), des Übereinkommens über die
cial matters (1970), the Convention on the Beweisaufnahme im Ausland in Zivil- oder
Civil Aspects of International Child Abduc- Handelssachen (1970), des Übereinkom-
tion (1980), the Convention on Jurisdiction, mens über die zivilrechtlichen Aspekte in-
Applicable Law, Recognition, Enforcement ternationaler Kindesentführung (1980), des
and Co-operation in Respect of Parental Übereinkommens über die Zuständigkeit,
Responsibility and Measures for the Protec- das anzuwendende Recht, die Anerken-
tion of Children (1996) and the Convention nung, Vollstreckung und Zusammenarbeit
on the International Recovery of Child Sup- auf dem Gebiet der elterlichen Verantwor-
port and Other Forms of Family Mainte- tung und der Maßnahmen zum Schutz von
nance (2007) to the Autonomous Republic Kindern (1996) sowie des Übereinkommens
of Crimea and the city of Sevastopol and of über die internationale Geltendmachung
the Declarations submitted by the Russian der Unterhaltsansprüche von Kindern und
Federation on 19 July 2016 in relation to the anderen Familienangehörigen (2007) auf die
Declarations made by Ukraine. Autonome Republik Krim und die Stadt Se-
wastopol sowie die am 19. Juli 2016 von
der Russischen Föderation abgegebenen
Erklärungen in Bezug auf die genannten
ukrainischen Erklärungen zur Kenntnis.
In relation to the Declarations made Mit Bezug auf die von der Russischen
by the Russian Federation, the Federal Föderation abgegebenen Erklärungen er-
Republic of Germany declares, in line klärt die Bundesrepublik Deutschland im
with the conclusions of the European Einklang mit den Schlussfolgerungen des
Council of 20/21 March 2014, that it does Europäischen Rates vom 20./21. März
not recognise the illegal referendum in 2014, dass sie das rechtswidrige Referen-
Crimea and the illegal annexation of the dum auf der Krim sowie die rechtswidrige
Autonomous Republic of Crimea and Annexion der Autonomen Republik Krim
the city of Sevastopol to the Russian und der Stadt Sewastopol durch die Russi-
Federation. sche Föderation nicht anerkennt.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 341
Regarding the territorial scope of the Im Hinblick auf den Geltungsbereich der
above Conventions, the Federal Republic of oben genannten Übereinkommen ist die
Germany therefore considers that the Con- Bundesrepublik Deutschland daher der
ventions in principle continue to apply to Auffassung, dass die Übereinkommen
the Autonomous Republic of Crimea and grundsätzlich für die Autonome Republik
the city of Sevastopol as part of the territory Krim und die Stadt Sewastopol als Teile des
of Ukraine. Hoheitsgebiets der Ukraine fortgelten.
The Federal Republic of Germany further Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
notes the Declarations by Ukraine that the ferner die Erklärungen der Ukraine zur
Autonomous Republic of Crimea and the Kenntnis, dass sich die Autonome Republik
city of Sevastopol are temporarily not under Krim und die Stadt Sewastopol vorläufig
the control of Ukraine and that the applica- nicht unter der Kontrolle der Ukraine befin-
tion and implementation by Ukraine of its den und dass die Anwendung und Durch-
obligations under the Conventions is limited führung der Verpflichtungen der Ukraine
and not guaranteed in relation to this part nach den Übereinkommen in Bezug auf
of Ukraine’s territory, and that only the diese Teile des ukrainischen Hoheitsgebiets
government of Ukraine will determine the eingeschränkt und nicht gewährleistet sind
procedure for relevant communication. und dass allein die Regierung der Ukraine
das Verfahren für diesbezügliche Mitteilun-
gen bestimmen wird.
As a consequence of the above, the Infolgedessen erklärt die Bundesrepublik
Federal Republic of Germany declares that Deutschland, dass sie für die Zwecke der
it will only engage with the government of Anwendung und Durchführung der Überein-
Ukraine for the purposes of the application kommen in Bezug auf die Autonome Repu-
and implementation of the conventions with blik Krim und die Stadt Sewastopol nur mit
regard to the Autonomous Republic of der Regierung der Ukraine in Kontakt treten
Crimea and the city of Sevastopol.” wird.“
III.
Die S c h w e i z * hat am 12. Juni 2018 gegenüber der Regierung der Nieder-
lande als Verwahrer des Übereinkommens eine E r k l ä r u n g zur Erklärung von
Serbien (vgl. die Bekanntmachung vom 6. November 2017, BGBl. 2017 II
S. 1375) abgegeben und erklärt, für im Hoheitsgebiet der Republik Kosovo aus-
gestellte Urkunden nur solche Apostillen anzuerkennen, die von der durch die
Republik Kosovo bestimmten zuständigen Behörde ausgestellt wurden.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
23. Februar 2018 (BGBl. II S. 102).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer Sprache auf der Webseite der
Haager Konferenz für Internationales Privatrecht unter http://www.hcch.net einsehbar. Gleiches gilt
für die ggf. gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 12. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
342 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
zum Haager Übereinkommen
über die Beweisaufnahme im Ausland in Zivil- oder Handelssachen
Vom 12. Juli 2018
I.
P o r t u g a l * hat am 13. März 2018 und L e t t l a n d * am 4. April 2018 gegen-
über der Regierung der Niederlande als Verwahrer des Haager Übereinkommens
vom 18. März 1970 über die Beweisaufnahme im Ausland in Zivil- oder Handels-
sachen (BGBl. 1977 II S. 1452, 1472) eine E r k l ä r u n g zu den Erklärungen der
Ukraine (vgl. die Bekanntmachung vom 16. Dezember 2015, BGBl. 2016 II S. 43)
und der Russischen Föderation (vgl. die Bekanntmachung vom 26. April 2017,
BGBl. II S. 601) sowie zur territorialen Anwendbarkeit des Übereinkommens in
Bezug auf die Autonome Republik Krim und Sewastopol abgegeben.
II.
D e u t s c h l a n d hat am 6. Juni 2018 gegenüber der Regierung der Niederlande
als Verwahrer des Übereinkommens folgende E r k l ä r u n g abgegeben:
(Übersetzung)
“The Federal Republic of Germany takes „Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
note of the Declarations submitted by die von der Ukraine am 16. Oktober 2015
Ukraine on 16 October 2015 regarding the vorgelegten Erklärungen betreffend die An-
application of the Convention on Civil Pro- wendung des Übereinkommens über den
cedure (1954), the Convention Abolishing Zivilprozess (1954), des Übereinkommens
the Requirement of Legalisation for Foreign zur Befreiung ausländischer öffentlicher
Public Documents (1961), the Convention Urkunden von der Legalisation (1961), des
on the service abroad of judicial and extra- Übereinkommens über die Zustellung ge-
judicial documents in civil or commercial richtlicher und außergerichtlicher Schrift-
matters (1965), the Convention on the tak- stücke im Ausland in Zivil- oder Handels-
ing of evidence abroad in civil or commer- sachen (1965), des Übereinkommens über
cial matters (1970), the Convention on the die Beweisaufnahme im Ausland in Zivil-
Civil Aspects of International Child Abduc- oder Handelssachen (1970), des Überein-
tion (1980), the Convention on Jurisdiction, kommens über die zivilrechtlichen Aspekte
Applicable Law, Recognition, Enforcement internationaler Kindesentführung (1980),
and Co-operation in Respect of Parental des Übereinkommens über die Zuständig-
Responsibility and Measures for the Protec- keit, das anzuwendende Recht, die Aner-
tion of Children (1996) and the Convention kennung, Vollstreckung und Zusammen-
on the International Recovery of Child Sup- arbeit auf dem Gebiet der elterlichen
port and Other Forms of Family Mainte- Verantwortung und der Maßnahmen zum
nance (2007) to the Autonomous Republic Schutz von Kindern (1996) sowie des Über-
of Crimea and the city of Sevastopol and of einkommens über die internationale Gel-
the Declarations submitted by the Russian tendmachung der Unterhaltsansprüche von
Federation on 19 July 2016 in relation to the Kindern und anderen Familienangehörigen
Declarations made by Ukraine. (2007) auf die Autonome Republik Krim und
die Stadt Sewastopol sowie die am 19. Juli
2016 von der Russischen Föderation abge-
gebenen Erklärungen in Bezug auf die ge-
nannten ukrainischen Erklärungen zur
Kenntnis.
In relation to the Declarations made by Mit Bezug auf die von der Russischen
the Russian Federation, the Federal Republic Föderation abgegebenen Erklärungen er-
of Germany declares, in line with the con- klärt die Bundesrepublik Deutschland im
clusions of the European Council of 20/21 Einklang mit den Schlussfolgerungen des
March 2014, that it does not recognise the Europäischen Rates vom 20./21. März
illegal referendum in Crimea and the illegal 2014, dass sie das rechtswidrige Referen-
annexation of the Autonomous Republic of dum auf der Krim sowie die rechtswidrige
Crimea and the city of Sevastopol to the Annexion der Autonomen Republik Krim
Russian Federation. und der Stadt Sewastopol durch die Russi-
sche Föderation nicht anerkennt.
Regarding the territorial scope of the Im Hinblick auf den Geltungsbereich der
above Conventions, the Federal Republic of oben genannten Übereinkommen ist die
Germany therefore considers that the Con- Bundesrepublik Deutschland daher der
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 343
ventions in principle continue to apply to Auffassung, dass die Übereinkommen
the Autonomous Republic of Crimea and grundsätzlich für die Autonome Republik
the city of Sevastopol as part of the territory Krim und die Stadt Sewastopol als Teile des
of Ukraine. Hoheitsgebiets der Ukraine fortgelten.
The Federal Republic of Germany further Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
notes the Declarations by Ukraine that the ferner die Erklärungen der Ukraine zur
Autonomous Republic of Crimea and the Kenntnis, dass sich die Autonome Republik
city of Sevastopol are temporarily not under Krim und die Stadt Sewastopol vorläufig
the control of Ukraine and that the applica- nicht unter der Kontrolle der Ukraine befin-
tion and implementation by Ukraine of its den und dass die Anwendung und Durch-
obligations under the Conventions is limited führung der Verpflichtungen der Ukraine
and not guaranteed in relation to this part of nach den Übereinkommen in Bezug auf
Ukraine's territory, and that only the gov- diese Teile des ukrainischen Hoheitsgebiets
ernment of Ukraine will determine the pro- eingeschränkt und nicht gewährleistet sind
cedure for relevant communication. und dass allein die Regierung der Ukraine
das Verfahren für diesbezügliche Mitteilun-
gen bestimmen wird.
As a consequence of the above, the Fed- Infolgedessen erklärt die Bundesrepublik
eral Republic of Germany declares that it Deutschland, dass sie für die Zwecke der
will only engage with the government of Anwendung und Durchführung der Überein-
Ukraine for the purposes of the application kommen in Bezug auf die Autonome Repu-
and implementation of the conventions with blik Krim und die Stadt Sewastopol nur mit
regard to the Autonomous Republic of der Regierung der Ukraine in Kontakt treten
Crimea and the city of Sevastopol.” wird.“
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
30. Januar 2018 (BGBl. II S. 73).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer Sprache auf der Webseite der
Haager Konferenz für Internationales Privatrecht unter http://www.hcch.net einsehbar. Gleiches gilt
für die ggf. gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 12. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
344 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
zum Haager Übereinkommen
über die zivilrechtlichen Aspekte internationaler Kindesentführung
Vom 12. Juli 2018
I.
Ö s t e r r e i c h * hat am 9. März 2018, P o r t u g a l * am 13. März 2018, L e t t -
l a n d * am 4. April 2018 und R u m ä n i e n * am 14. Juni 2018 gegenüber der
Regierung der Niederlande als Verwahrer des Haager Übereinkommens vom
25. Oktober 1980 über die zivilrechtlichen Aspekte internationaler Kindesentfüh-
rung (BGBl. 1990 II S. 206, 207) eine E r k l ä r u n g zu den Erklärungen der Ukraine
(vgl. die Bekanntmachung vom 16. Dezember 2015, BGBl. 2016 II S. 43) und der
Russischen Föderation (vgl. die Bekanntmachung vom 26. April 2017, BGBl. II
S. 601) sowie zur territorialen Anwendbarkeit des Übereinkommens in Bezug auf
die Autonome Republik Krim und Sewastopol abgegeben.
II.
D e u t s c h l a n d hat am 6. Juni 2018 gegenüber der Regierung der Niederlande
als Verwahrer des Übereinkommens folgende E r k l ä r u n g abgegeben:
(Übersetzung)
“The Federal Republic of Germany takes „Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
note of the Declarations submitted by die von der Ukraine am 16. Oktober 2015
Ukraine on 16 October 2015 regarding the vorgelegten Erklärungen betreffend die An-
application of the Convention on Civil Pro- wendung des Übereinkommens über den
cedure (1954), the Convention Abolishing Zivilprozess (1954), des Übereinkommens
the Requirement of Legalisation for Foreign zur Befreiung ausländischer öffentlicher
Public Documents (1961), the Convention Urkunden von der Legalisation (1961), des
on the service abroad of judicial and extra- Übereinkommens über die Zustellung
judicial documents in civil or commercial gerichtlicher und außergerichtlicher Schrift-
matters (1965), the Convention on the tak- stücke im Ausland in Zivil- oder Handels-
ing of evidence abroad in civil or commer- sachen (1965), des Übereinkommens über
cial matters (1970), the Convention on the die Beweisaufnahme im Ausland in Zivil-
Civil Aspects of International Child Abduc- oder Handelssachen (1970), des Überein-
tion (1980), the Convention on Jurisdiction, kommens über die zivilrechtlichen Aspekte
Applicable Law, Recognition, Enforcement internationaler Kindesentführung (1980),
and Co-operation in Respect of Parental des Übereinkommens über die Zuständig-
Responsibility and Measures for the Protec- keit, das anzuwendende Recht, die Aner-
tion of Children (1996) and the Convention kennung, Vollstreckung und Zusammen-
on the International Recovery of Child Sup- arbeit auf dem Gebiet der elterlichen
port and Other Forms of Family Mainte- Verantwortung und der Maßnahmen zum
nance (2007) to the Autonomous Republic Schutz von Kindern (1996) sowie des Über-
of Crimea and the city of Sevastopol and of einkommens über die internationale Gel-
the Declarations submitted by the Russian tendmachung der Unterhaltsansprüche von
Federation on 19 July 2016 in relation to the Kindern und anderen Familienangehörigen
Declarations made by Ukraine. (2007) auf die Autonome Republik Krim und
die Stadt Sewastopol sowie die am 19. Juli
2016 von der Russischen Föderation ab-
gegebenen Erklärungen in Bezug auf die
genannten ukrainischen Erklärungen zur
Kenntnis.
In relation to the Declarations made by Mit Bezug auf die von der Russischen
the Russian Federation, the Federal Republic Föderation abgegebenen Erklärungen er-
of Germany declares, in line with the con- klärt die Bundesrepublik Deutschland im
clusions of the European Council of 20/21 Einklang mit den Schlussfolgerungen des
March 2014, that it does not recognise the Europäischen Rates vom 20./21. März 2014,
illegal referendum in Crimea and the illegal dass sie das rechtswidrige Referendum auf
annexation of the Autonomous Republic of der Krim sowie die rechtswidrige Annexion
Crimea and the city of Sevastopol to the der Autonomen Republik Krim und der
Russian Federation. Stadt Sewastopol durch die Russische
Föderation nicht anerkennt.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 345
Regarding the territorial scope of the Im Hinblick auf den Geltungsbereich der
above Conventions, the Federal Republic of oben genannten Übereinkommen ist die
Germany therefore considers that the Con- Bundesrepublik Deutschland daher der
ventions in principle continue to apply to Auffassung, dass die Übereinkommen
the Autonomous Republic of Crimea and grundsätzlich für die Autonome Republik
the city of Sevastopol as part of the territory Krim und die Stadt Sewastopol als Teile des
of Ukraine. Hoheitsgebiets der Ukraine fortgelten.
The Federal Republic of Germany further Die Bundesrepublik Deutschland nimmt
notes the Declarations by Ukraine that the ferner die Erklärungen der Ukraine zur
Autonomous Republic of Crimea and the Kenntnis, dass sich die Autonome Republik
city of Sevastopol are temporarily not under Krim und die Stadt Sewastopol vorläufig
the control of Ukraine and that the applica- nicht unter der Kontrolle der Ukraine befin-
tion and implementation by Ukraine of its den und dass die Anwendung und Durch-
obligations under the Conventions is limited führung der Verpflichtungen der Ukraine
and not guaranteed in relation to this part of nach den Übereinkommen in Bezug auf
Ukraine's territory, and that only the gov- diese Teile des ukrainischen Hoheitsgebiets
ernment of Ukraine will determine the pro- eingeschränkt und nicht gewährleistet sind
cedure for relevant communication. und dass allein die Regierung der Ukraine
das Verfahren für diesbezügliche Mitteilun-
gen bestimmen wird.
As a consequence of the above, the Fed- Infolgedessen erklärt die Bundesrepublik
eral Republic of Germany declares that it Deutschland, dass sie für die Zwecke der
will only engage with the government of Anwendung und Durchführung der Überein-
Ukraine for the purposes of the application kommen in Bezug auf die Autonome Repu-
and implementation of the conventions with blik Krim und die Stadt Sewastopol nur mit
regard to the Autonomous Republic of der Regierung der Ukraine in Kontakt treten
Crimea and the city of Sevastopol.” wird.”
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
26. April 2017 (BGBl. II S. 601).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer Sprache auf der Webseite der
Haager Konferenz für Internationales Privatrecht unter http://www.hcch.net einsehbar. Gleiches gilt
für die ggf. gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 12. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
346 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
über die Registrierung von in den Weltraum gestarteten Gegenständen
Vom 16. Juli 2018
Zum Übereinkommen vom 14. Januar 1975 über die Registrierung von in
den Weltraum gestarteten Gegenständen (BGBl. 1979 II S. 650, 651) hat die
O rg a n i s a t i o n f ü r k o s m i s c h e Fe r n m e l d e v e r b i n d u n g e n „ I N T E R -
S P U T N I K “ am 10. Juli 2018 gegenüber dem Verwahrer eine E r k l ä r u n g
nach Artikel VI Absatz 1 abgegeben, der zufolge sie die Rechte und Pflichten aus
diesem Übereinkommen annimmt.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
23. Februar 2018 (BGBl. II S. 104).
Berlin, den 16. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens zur Erhaltung des immateriellen Kulturerbes
Vom 17. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 17. Oktober 2003 zur Erhaltung des immateriellen
Kulturerbes (BGBl. 2013 II S. 1009, 1014) wird nach seinem Artikel 34 für die
Salomonen am 11. August 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
12. März 2018 (BGBl. II S. 111).
Berlin, den 17. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
346 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Übereinkommens
über die Registrierung von in den Weltraum gestarteten Gegenständen
Vom 16. Juli 2018
Zum Übereinkommen vom 14. Januar 1975 über die Registrierung von in
den Weltraum gestarteten Gegenständen (BGBl. 1979 II S. 650, 651) hat die
O rg a n i s a t i o n f ü r k o s m i s c h e Fe r n m e l d e v e r b i n d u n g e n „ I N T E R -
S P U T N I K “ am 10. Juli 2018 gegenüber dem Verwahrer eine E r k l ä r u n g
nach Artikel VI Absatz 1 abgegeben, der zufolge sie die Rechte und Pflichten aus
diesem Übereinkommen annimmt.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
23. Februar 2018 (BGBl. II S. 104).
Berlin, den 16. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens zur Erhaltung des immateriellen Kulturerbes
Vom 17. Juli 2018
Das Übereinkommen vom 17. Oktober 2003 zur Erhaltung des immateriellen
Kulturerbes (BGBl. 2013 II S. 1009, 1014) wird nach seinem Artikel 34 für die
Salomonen am 11. August 2018
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
12. März 2018 (BGBl. II S. 111).
Berlin, den 17. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 347
Bekanntmachung
des deutsch-chinesischen Abkommens
über Technische Zusammenarbeit
Vom 18. Juli 2018
Das in Peking am 13. Oktober 1982 unterzeichnete Ab-
kommen zwischen der Regierung der Bundesrepublik
Deutschland und der Regierung der Volksrepublik China
über Technische Zusammenarbeit ist nach seinem Arti-
kel 8 Absatz 1
am 12. April 1983
in Kraft getreten; es wird nachstehend veröffentlicht.
Bonn, den 18. Juli 2018
Bundesministerium
für wirtschaftliche Zusammenarbeit
und Entwicklung
Im Auftrag
Klaus Supp
348 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Abkommen
zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland
und der Regierung der Volksrepublik China
über Technische Zusammenarbeit
Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland republik Deutschland entsandte Personal wird im Folgenden
als „entsandte Fachkräfte“ bezeichnet;
und
b) durch Lieferung von Material und Ausrüstung (im Folgenden
die Regierung der Volksrepublik China –
als „Material“ bezeichnet);
auf der Grundlage der zwischen beiden Staaten und ihren c) durch Aus- und Fortbildung von chinesischen Fach- und
Völkern bestehenden freundschaftlichen Beziehungen, Führungskräften in der Bundesrepublik Deutschland oder in
anderen Ländern;
in Anbetracht ihres gemeinsamen Interesses an der Förderung
d) in anderer von den Vertragsparteien vereinbarter Weise.
der technischen und wirtschaftlichen Entwicklung ihrer Staaten und
(3) Die Regierung der Bundesrepbulik Deutschland übernimmt
in dem Wunsch, die Beziehungen durch partnerschaftliche für die von ihr geförderten Vorhaben auf ihre Kosten folgende
technische Zusammenarbeit zu vertiefen – Leistungen, soweit die Projektvereinbarungen nicht etwas Ab-
weichendes vorsehen:
sind wie folgt übereingekommen:
a) Vergütungen für die versandten Fachkräfte;
Artikel 1 b) Unterbringung der entsandten Fachkräfte und ihrer Familien-
mitglieder, soweit nicht die entsandten Fachkräfte die Kosten
(1) Die Vertragsparteien arbeiten zur Förderung der wirtschaft- tragen;
lichen und sozialen Entwicklung ihrer Völker zusammen.
c) Dienstreisen der entsandten Fachkräfte innerhalb und außer-
(2) Dieses Abkommen beschreibt die Rahmenbedingungen für halb der Volksrepublik China;
die Technische Zusammenarbeit zwischen den Vertragsparteien.
d) Beschaffung des in Absatz 2 Buchstabe b genannten Mate-
Die Vertragsparteien können ergänzende Übereinkünfte über ein-
rials;
zelne Vorhaben der Technischen Zusammenarbeit (im Folgenden
als „Projektvereinbarungen“ bezeichnet) schließen. Dabei bleibt e) Transport und Versicherung des in Absatz 2 Buchstabe b ge-
jede Vertragspartei für die Vorhaben der Technischen Zusammen- nannten Materials bis zum Standort der Vorhaben; hiervon
arbeit in ihrem Land selbst verantwortlich. In den Projektverein- ausgenommen sind die in Artikel 3 Buchstabe b genannten
barungen wird die gemeinsame Konzeption des Vorhabens fest- Abgaben und Lagergebühren;
gelegt, wozu insbesondere sein Ziel, die Leistungen der f) Aus- und Fortbildung von chinesischen Fach- und Führungs-
Vertragsparteien, Aufgaben und organisatorische Stellung der kräften einschließlich der Reisekosten, die im Rahmen des
Beteiligten und der zeitliche Ablauf gehören. Ausbildungsprogramms anfallen, mit Ausnahme der Reise-
(3) Das Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammen- kosten für Hin- und Rückreise zwischen Heimat- und Ausbil-
arbeit der Regierung der Bundesrepublik Deutschland und das dungsort.
Ministerium für Außenwirtschaftsbeziehungen und Außenhandel (4) Soweit die Projektvereinbarungen nicht etwas Abweichen-
der Volksrepublik China koordinieren die Durchführung dieses des vorsehen, geht das im Auftrag der Regierung der Bundes-
Abkommens. republik Deutschland für die Vorhaben gelieferte Material bei
seinem Eintreffen in der Volksrepublik China in das Eigentum der
Artikel 2 Volksrepublik China über; das Material steht den geförderten Vor-
haben und den entsandten Fachkräften für ihre Aufgaben unein-
(1) Die Projektvereinbarungen können eine Förderung durch
geschränkt zur Verfügung.
die Regierung der Bundesrepublik Deutschland in folgenden
Bereichen vorsehen: (5) Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland unterrich-
tet die Regierung der Volksrepublik China darüber, welche Träger,
a) Ausbildungs-, Beratungs-, Forschungs- und sonstige sich auf Organisationen oder Stellen sie mit der Durchführung ihrer För-
die Technische Zusammenarbeit beziehende Einrichtungen derungsmaßnahmen für das jeweilige Vorhaben beauftragt. Die
in der Volksrepublik China; beauftragten Träger, Organisationen oder Stellen werden im Fol-
b) Erstellung von Planungen, Studien und Gutachten; genden als „durchführende Stelle“ bezeichnet.
c) andere Bereiche der Zusammenarbeit, auf die sich die Ver-
tragsparteien einigen. Artikel 3
(2) Die Förderung kann erfolgen Leistungen der Regierung der Volksrepublik China:
Sie
a) durch die Entsendung von Fachkräften wie Ausbildern,
Beratern, Gutachtern, Sachverständigen, wissenschaftlichem a) stellt auf ihre Kosten für die Vorhaben in der Volksrepublik
und technischem Personal, Projektassistenten und Hilfs- China die erforderlichen Grundstücke und Gebäude ein-
kräften; das gesamte im Auftrag der Regierung der Bundes- schließlich deren Einrichtung zur Verfügung, soweit nicht die
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 349
Regierung der Bundesrepublik Deutschland auf ihre Kosten e) mit den amtlichen Stellen der Volksrepublik China vertrauens-
die Einrichtung liefert; voll zusammenzuarbeiten.
b) ist in Bezug auf die Einfuhr und Ausfuhr von im Auftrag der (2) Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland sorgt
Regierung der Bundesrepublik Deutschland für die Vorhaben dafür, dass vor Entsendung einer Fachkraft die Zustimmung der
geliefertem Material verantwortlich für die Abwicklung aller Regierung der Volksrepublik China eingeholt wird. Die durchfüh-
Formalitäten, der umgehenden Entzollung sowie für die rende Stelle bittet die Regierung der Volksrepublik China unter
Erteilung der erforderlichen Lizenzen; sie übernimmt die Zah- Übersendung des Lebenslaufs um Zustimmung zur Entsendung
lung von Hafengebühren, Einfuhr- und Ausfuhr- und sonsti- der von ihr ausgewählten Fachkraft. Geht innerhalb von zwei
gen öffentlichen Abgaben sowie die Lagerungskosten für das Monaten keine ablehnende Mitteilung der Regierung der Volks-
im Auftrag der Bundesrepublik Deutschland für die Vorhaben republik China ein, so gilt dies als Zustimmung.
gelieferte Material. Vorstehendes gilt auf Antrag der durch- (3) Wünscht die Regierung der Volksrepublik China die Abbe-
führenden Stelle auch für in der Volksrepublik China be- rufung einer entsandten Fachkraft, so wird sie frühzeitig mit der
schafftes Material; Regierung der Bundesrepublik Deutschland Verbindung auf-
c) trägt die Betriebs- und Instandhaltungskosten für die Vor- nehmen und die Gründe für ihren Wunsch darlegen. In gleicher
haben; Weise wird die Regierung der Bundesrepublik Deutschland,
wenn eine entsandte Fachkraft von deutscher Seite abberufen
d) stellt auf ihre Kosten die jeweils erforderlichen chinesischen wird, die Regierung der Volksrepublik China so früh wie möglich
Fach- und Hilfskräfte zur Verfügung; in den Projektverein- darüber unterrichten und die Gründe darlegen. Die Regierung der
barungen soll ein Zeitplan hierfür festgelegt werden; Bundesrepublik Deutschland wird eine abberufene Fachkraft so
e) sorgt dafür, dass die Aufgaben der entsandten Fachkräfte so bald wie möglich ersetzen.
bald wie möglich durch chinesische Fachkräfte fortgeführt
werden. Soweit diese Fachkräfte im Rahmen dieses Abkom- Artikel 5
mens in der Volksrepublik China, in der Bundesrepublik (1) Die Regierung der Volksrepublik China sorgt für den
Deutschland oder in anderen Ländern aus- oder fortgebildet Schutz der Person und des Eigentums der entsandten Fachkräfte
werden, benennt sie rechtzeitig unter Beteiligung der Vertre- und der zu ihrem Haushalt gehörenden Familienmitglieder. Hierzu
tung der Bundesrepublik Deutschland in der Volksrepublik gehört insbesondere Folgendes:
China oder der von dieser benannten Fachkräfte genügend
Bewerber für diese Aus- oder Fortbildung. Sie benennt nur a) Sie haftet an Stelle der entsandten Fachkräfte für Schäden,
solche Bewerber, die sich ihr gegenüber verpflichtet haben, die sie im Zusammenhang mit der Durchführung einer ihnen
nach ihrer Aus- oder Fortbildung so lange in dem jeweiligen nach diesem Abkommen übertragenen Aufgabe verursachen.
Vorhaben tätig zu sein, dass dessen Fortführung gewähr- Ein Erstattungsanspruch kann von der Volksrepublik China
leistet ist; gegen die entsandten Fachkräfte nur im Fall von Vorsatz oder
grober Fahrlässigkeit geltend gemacht werden;
f) erkennt die Prüfungen, die im Rahmen dieses Abkommens
aus- und fortgebildete Staatsangehörige der Volksrepublik b) sie verschont die in Satz 1 genannten Personen im Rahmen
China abgelegt haben, entsprechend ihres Ausbildungs- des Möglichen vor jeder Festnahme oder Haft. Wird eine der
standes an und bemüht sich insbesondere, diesen Personen, genannten Personen wegen einer Verletzung der Gesetze der
entsprechend ihrer beruflichen Kenntnisse und Fähigkeiten, Volksrepublik China festgenommen oder verhaftet, so teilt die
die gleichen Anstellungs- und Aufstiegsmöglichkeiten oder Regierung der Volksrepublik China der Botschaft der Bun-
Laufbahnen zu eröffnen, wie Absolventen gleichwertiger chi- desrepublik Deutschland unverzüglich und auf schnellstem
nesischer Ausbildungsgänge; Wege den Vorfall mit und erteilt Auskunft über die erhobenen
Beschuldigungen und die Entwicklung des Rechtsverfahrens
g) gewährt den entsandten Fachkräften jede Unterstützung und gestattet Vertretern der Botschaft, die festgenommenen
bei der Durchführung der ihnen übertragenen Aufgaben oder sich in Haft befindlichen Personen zu besuchen und mit
einschließlich der Genehmigungen für Reisen innerhalb des ihnen Gespräche zu führen. Es wird der Botschaft auch ge-
Landes und stellt ihnen alle erforderlichen Unterlagen zur stattet, das persönliche Wohlergehen dieser Personen sicher-
Verfügung; zustellen;
h) stellt sicher, dass die zur Durchführung der Vorhaben erfor- c) sie erteilt den in Satz 1 genannten Personen beschleunigt die
derlichen Leistungen erbracht werden, soweit diese nicht von notwendigen Sichtvermerke und Genehmigungen und ge-
der Regierung der Bundesrepublik Deutschland nach den stattet ihren Inhabern jederzeit die freie Ein- und Ausreise in
Projektvereinbarungen übernommen werden; die und aus der Volksrepublik China;
i) stellt sicher, dass alle mit der Durchführung dieses Abkom- d) sie stellt den in Satz 1 genannten Personen einen Ausweis
mens und der Projektvereinbarungen befassten chinesischen aus, in dem auf den Schutz und die Unterstützung, die die
Stellen rechtzeitig und umfassend über deren Inhalt unter- Regierung der Volksrepublik China ihnen gewährt, hingewie-
richtet werden. sen wird.
(2) Die Regierung der Volksrepublik China
Artikel 4 a) erhebt von den aus Mitteln der Regierung der Bundesrepublik
(1) Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland sorgt Deutschland an entsandte Fachkräfte für Leistungen im
dafür, dass die entsandten Fachkräfte verpflichtet werden, Rahmen dieses Abkommens gezahlten Vergütungen keine
Steuern und sonstigen öffentlichen Abgaben; das Gleiche gilt
a) nach besten Kräften im Rahmen der über ihre Arbeit getrof- auch für Vergütungen an Firmen, die im Auftrag der Regie-
fenen Vereinbarungen zur Erreichung der in Artikel 55 der rung der Bundesrepublik Deutschland Förderungsmaßnahmen
Charta der Vereinten Nationen festgelegten Ziele beizutragen; im Rahmen dieses Abkommens durchführen;
b) sich nicht in die inneren Angelegenheiten der Volksrepublik b) gestattet den in Absatz 1 Satz 1 genannten Personen wäh-
China einzumischen; rend der Dauer ihres Aufenthaltes die abgaben- und kautions-
freie Einfuhr und Ausfuhr der zu ihrem eigenen Gebrauch be-
c) die Gesetze, entsprechenden Vorschriften und Bestimmungen
stimmten Gegenstände (die in Betracht kommenden Artikel
der Volksrepublik China zu befolgen und Sitten und Gebräuche
werden gesondert festgelegt); die abgaben- und kautionsfreie
des Landes zu achten;
Einfuhr und Ausfuhr von Ersatzgegenständen ist ebenfalls
d) keine andere wirtschaftliche Tätigkeit als die auszuüben, mit gestattet, wenn die eingeführten Gegenstände unbrauchbar
der sie beauftragt sind; geworden oder abhandengekommen sind; nach Beendigung
350 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
der Tätigkeit der entsandten Fachkräfte in der Volksrepbulik Artikel 7
China dürfen die oben genannten Gebrauchsgegenstände
nicht an Privatpersonen übertragen oder verkauft werden; Dieses Abkommen gilt im Einklang mit der bestehenden Lage
auch für Berlin (West).
c) gestattet den in Absatz 1 Satz 1 genannten Personen die Ein-
fuhr von Medikamenten, Lebensmitteln, Getränken und
anderen Verbrauchsgütern im Rahmen ihres persönlichen Artikel 8
Bedarfs; (1) Dieses Abkommen tritt an dem Tage in Kraft, an dem beide
d) erteilt unverzüglich den in Absatz 1 Satz 1 genannten Perso- Vertragsparteien einander notifiziert haben, dass die erforder-
nen gebühren- und kautionsfrei die erforderlichen Sichtver- lichen innerstaatlichen Voraussetzungen für das Inkrafttreten des
merke, Arbeits-, Aufenthalts- sowie andere Genehmigungen; Abkommens erfüllt sind.
e) unterstützt die in Absatz 1 Satz 1 genannten Personen bei (2) Das Abkommen gilt für einen Zeitraum von fünf Jahren. Es
der Beschaffung von angemessenem Wohnraum. verlängert sich danach stillschweigend um jeweils ein Jahr, es
sei denn, dass eine der Vertragsparteien es drei Monate vor Ab-
Artikel 6 lauf des jeweiligen Zeitabschnitts schriftlich kündigt.
Dieses Abkommen gilt auch für die bei seinem Inkrafttreten (3) Nach Ablauf dieses Abkommens gelten seine Bestimmun-
bereits begonnenen Vorhaben der Technischen Zusammenarbeit gen für die begonnenen Vorhaben der Technischen Zusammen-
der Vertragsparteien. arbeit weiter.
Geschehen zu Beijing am 13. Oktober 1982 in zwei Urschrif-
ten, jede in deutscher, chinesischer und englischer Sprache, wo-
bei jeder Wortlaut verbindlich ist. Bei unterschiedlicher Ausle-
gung des deutschen und des chinesischen Wortlauts ist der
englische Wortlaut maßgebend.
Für die Regierung der Bundesrepublik Deutschland
Dr. L a u t e n s c h l a g e r
Für die Regierung der Volksrepublik China
Jia She
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018 351
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens des Europarats
zum Schutz von Kindern vor sexueller Ausbeutung
und sexuellem Missbrauch
Vom 23. Juli 2018
Das Übereinkommen des Europarats vom 25. Oktober 2007 zum Schutz von
Kindern vor sexueller Ausbeutung und sexuellem Missbrauch (BGBl. 2015 II
S. 26, 27) wird nach seinem Artikel 45 Absatz 4 für das
Vereinigte Königreich* am 1. Oktober 2018
nach Maßgabe einer Erklärung gemäß Artikel 37 Absatz 2 des Übereinkom-
mens
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
20. Juni 2018 (BGBl. II S. 299).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf. ge-
mäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 23. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r
352 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2018 Teil II Nr. 14, ausgegeben zu Bonn am 1. August 2018
Herausgeber: Bundesministerium der Justiz und für Verbraucherschutz
Postanschrift: 11015 Berlin
Hausanschrift: Mohrenstraße 37, 10117 Berlin
Telefon: (0 30) 18 580-0
Redaktion: Bundesamt für Justiz
Schriftleitungen des Bundesgesetzblatts Teil I und Teil II
Postanschrift: 53094 Bonn
Hausanschrift: Adenauerallee 99 – 103, 53113 Bonn
Telefon: (02 28) 99 410-40
Verlag: Bundesanzeiger Verlag GmbH
Postanschrift: Postfach 10 05 34, 50445 Köln
Hausanschrift: Amsterdamer Str. 192, 50735 Köln
Telefon: (02 21) 9 76 68-0
Satz, Druck und buchbinderische Verarbeitung: M. DuMont Schauberg, Köln
Bundesgesetzblatt Teil I enthält Gesetze sowie Verordnungen und sonstige
Bekanntmachungen von wesentlicher Bedeutung, soweit sie nicht im Bundes-
gesetzblatt Teil II zu veröffentlichen sind.
Bundesgesetzblatt Teil II enthält
a) völkerrechtliche Übereinkünfte und die zu ihrer Inkraftsetzung oder Durch-
setzung erlassenen Rechtsvorschriften sowie damit zusammenhängende
Bekanntmachungen,
b) Zolltarifvorschriften.
Laufender Bezug nur im Verlagsabonnement. Postanschrift für Abonnement-
bestellungen sowie Bestellungen bereits erschienener Ausgaben:
Bundesanzeiger Verlag GmbH, Postfach 10 05 34, 50445 Köln
Telefon: (02 21) 9 76 68-2 82, Telefax: (02 21) 9 76 68-1 40
E-Mail: bgbl@bundesanzeiger.de
Internet: www.bundesgesetzblatt.de bzw. www.bgbl.de
Bezugspreis für Teil I und Teil II halbjährlich im Abonnement je 85,00 €. Bundesanzeiger Verlag GmbH · Postfach 10 05 34 · 50445 Köln
Bezugspreis dieser Ausgabe: 6,05 € (5,00 € zuzüglich 1,05 € Versandkosten). Postvertriebsstück · Deutsche Post AG · G 1998 · Entgelt bezahlt
Im Bezugspreis ist die Mehrwertsteuer enthalten; der angewandte Steuersatz
beträgt 7 %.
ISSN 0341-1109
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens des Europarats
zur Verhütung und Bekämpfung von Gewalt gegen Frauen
und häuslicher Gewalt
Vom 24. Juli 2018
Das Übereinkommen des Europarats vom 11. Mai 2011 zur Verhütung und Be-
kämpfung von Gewalt gegen Frauen und häuslicher Gewalt (BGBl. 2017 II
S. 1026, 1027; 2018 II S. 119) wird nach seinem Artikel 75 Absatz 4 für
Griechenland* am 1. Oktober 2018
nach Maßgabe eines bei Hinterlegung der Ratifikationsurkunde angebrach-
ten Vorbehalts gemäß Artikel 78 Absatz 2 zu Artikel 44 Absatz 1 Buch-
stabe e, Absatz 3 und 4
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
22. Juni 2018 (BGBl. II S. 312).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite der Vereinten Nationen unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die
ggf. gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 24. Juli 2018
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. G u i d o H i l d n e r