602 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Gesetz
zu dem Vertrag vom 24. Oktober 2014
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
über die Nutzung und Verwaltung des Küstenmeers
zwischen 3 und 12 Seemeilen
Vom 3. Juni 2016
Der Bundestag hat mit Zustimmung des Bundesrates das folgende Gesetz
beschlossen:
Artikel 1
Dem auf der Ems am 24. Oktober 2014 unterzeichneten Vertrag zwischen der
Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die
Nutzung und Verwaltung des Küstenmeers zwischen 3 und 12 Seemeilen sowie
dem begleitenden Briefwechsel vom 24. Oktober 2014 wird zugestimmt. Der
Vertrag und der Briefwechsel werden nachstehend veröffentlicht.
Artikel 2
(1) Dieses Gesetz tritt am Tag nach der Verkündung in Kraft.
(2) Der Tag, an dem der Vertrag nach seinem Artikel 25 Absatz 2 in Kraft tritt,
ist im Bundesgesetzblatt bekannt zu geben.
Das vorstehende Gesetz wird hiermit ausgefertigt. Es ist im Bundesgesetzblatt
zu verkünden.
Berlin, den 3. Juni 2016
Der Bundespräsident
Joachim Gauck
Die Bundeskanzlerin
Dr. A n g e l a M e r k e l
Der Bundesminister
für Verkehr und digitale Infrastruktur
A. Dobrindt
Der Bundesminister des Auswärtigen
Steinmeier
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 603
Vertrag
zwischen der Bundesrepublik Deutschland
und dem Königreich der Niederlande
über die Nutzung und Verwaltung des Küstenmeers zwischen 3 und 12 Seemeilen
Verdrag
tussen de Bondsrepubliek Duitsland
en het Koninkrijk der Nederlanden
betreffende het gebruik en beheer van de territoriale zee van 3 tot 12 zeemijlen
Die Bundesrepublik Deutschland De Bondsrepubliek Duitsland
und en
das Königreich der Niederlande – het Koninkrijk der Nederlanden,
bekräftigend, dass die freundschaftlichen Beziehungen zwi- Bevestigend dat de vriendschappelijke relaties tussen de
schen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden zijn
Niederlande auf den Grundsätzen guter Nachbarschaft und gebaseerd op de beginselen van goed nabuurschap en bilaterale
bilateraler Zusammenarbeit beruhen, samenwerking;
unter Hinweis auf den Vertrag vom 8. April 1960 zwischen der Verwijzend naar het Verdrag van 8 april 1960 tussen de
Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Nieder- Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden tot
lande über die Regelung der Zusammenarbeit in der Ems- regeling van de samenwerking in de Eemsmonding en naar de
mündung und auf das Zusatzabkommen vom 14. Mai 1962 zu Aanvullende Overeenkomst van 14 mei 1962 bij dat Verdrag;
diesem Vertrag,
unter Hinweis auf den Vertrag vom 1. Dezember 1964 zwi- Verwijzend naar het Verdrag van 1 december 1964 tussen de
schen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden in-
Niederlande über die seitliche Abgrenzung des Festlandsockels zake de zijdelingse begrenzing van het continentale plat in de
in Küstennähe, nabijheid van de kust;
unter Hinweis auf den Vertrag vom 9. Dezember 1980 zwi- Verwijzend naar de Overeenkomst van 9 december 1980 tus-
schen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der sen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Neder-
Niederlande über die gemeinsame Information und Beratung der landen inzake de gemeenschappelijke informatie en begeleiding
Schifffahrt in der Emsmündung durch Landradar- und Revier- van de scheepvaart in de Eemsmonding door middel van walra-
funkanlagen, dar- en hoogfrequent-radio-installaties;
unter Hinweis auf das Abkommen vom 22. Dezember 1986 Verwijzend naar de Overeenkomst van 22 december 1986 tus-
zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland und sen de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Rege-
der Regierung des Königreichs der Niederlande über die Schiff- ring van het Koninkrijk der Nederlanden inzake een scheepvaart-
fahrtsordnung in der Emsmündung und auf das Abkommen vom reglement voor de Eemsmonding en naar de Overeenkomst van
5. April 2001 zur Änderung und Ergänzung dieses Abkommens, 5 april 2001 tot wijziging en aanvulling van die Overeenkomst;
unter Hinweis auf das Seerechtsübereinkommen der Vereinten Verwijzend naar het Verdrag van de Verenigde Naties inzake
Nationen vom 10. Dezember 1982, dessen Vertragsparteien so- het recht van de zee van 10 december 1982, waarbij de Bonds-
wohl die Bundesrepublik Deutschland als auch das Königreich republiek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden beide par-
der Niederlande sind, tij zijn;
in der Erwägung, dass dieses Seerechtsübereinkommen zu Overwegende dat dit Verdrag inzake het recht van de zee
einer seewärtigen Erweiterung des Küstenmeeres geführt hat, heeft geleid tot een zeewaartse verbreding van de territoriale zee,
welche das Königreich der Niederlande am 9. Januar 1985 und welke verbreding door respectievelijk het Koninkrijk der Neder-
die Bundesrepublik Deutschland am 16. November 1994 in das landen op 9 januari 1985, en door de Bondsrepubliek Duitsland
innerstaatliche Recht überführt hat, op 16 november 1994 is opgenomen in hun nationale wetgeving;
604 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
in dem Wunsch, im Lichte des intensivierten Schiffsverkehrs Gelet op de wens in het licht van het geïntensiveerde scheep-
aus den und in die Häfen beider Staaten an der Ems nähere vaartverkeer van en naar de havens van beide Staten aan de
Vereinbarungen über die Begleitung des Schiffsverkehrs und die Eems nadere afspraken te maken over de begeleiding van het
Verwaltung des Fahrwassers zu treffen – scheepvaartverkeer en het beheer van het Vaarwater;
sind wie folgt übereingekommen: Zijn het volgende overeengekomen:
Kapitel I Hoofdstuk I
Allgemeiner Teil Algemeen deel
Artikel 1 Artikel 1
Zweck Doelstellingen
(1) Die Vertragsparteien wollen im Bewusstsein ihrer gemein- (1) De Verdragsluitende Partijen beogen, in het besef van hun
samen Interessen und in Achtung der besonderen Interessen der gemeenschappelijk belang en met inachtneming van de bijzon-
anderen Vertragspartei Rechtsklarheit bezüglich der Aufteilung dere belangen van de andere Verdragsluitende Partij, duidelijk-
von Zuständigkeiten, Rechten und Verantwortlichkeiten zwi- heid te scheppen over de verdeling van bevoegdheden, rechten
schen den Vertragsparteien hinsichtlich bestimmter Aktivitäten en verantwoordelijkheden tussen de Verdragsluitende Partijen
herstellen, die Voraussetzungen für einen gleichberechtigten und voor bepaalde activiteiten, en voorwaarden te scheppen voor ge-
effizienten Zugang zu den Häfen beider Vertragsparteien schaf- lijkwaardige en efficiënte toegang tot de havens van beide Ver-
fen und die Zusammenarbeit in Bezug auf den Schiffsverkehr im dragsluitende Partijen, en de samenwerking te verzekeren met
Geltungsgebiet dieses Vertrags gewährleisten. betrekking tot het scheepvaartverkeer in het door dit Verdrag be-
streken gebied.
(2) Die Vertragsparteien werden im Küstenmeer im Bewusst- (2) De Verdragsluitende Partijen zullen in de territoriale zee in
sein ihrer gemeinsamen Interessen und in Achtung der beson- het besef van hun gemeenschappelijke belangen en met inacht-
deren Interessen der anderen Vertragspartei nach Maßgabe der neming van de bijzondere belangen van de andere Verdrag-
nachstehenden Artikel im Geiste guter Nachbarschaft zusam- sluitende Partij overeenkomstig de hiernavolgende artikelen in
menarbeiten. de geest van goed nabuurschap samenwerken.
(3) Die Vertragsparteien sind bestrebt, die Befahrbarkeit des (3) De Verdragsluitende Partijen streven naar het waarborgen
Fahrwassers und den ungehinderten seewärtigen Zugang von van de bevaarbaarheid van het Vaarwater en de onbelemmerde
und zu den an der Ems gelegenen deutschen und niederländi- toegang vanuit zee tot de aanvaarroutes van en naar de langs
schen Häfen sicherzustellen. de Eems gelegen Duitse en Nederlandse havens.
Artikel 2 Artikel 2
Begriffsbestimmungen Definities
In diesem Vertrag bedeutet: In dit Verdrag betekent:
– „Ems-Dollart-Vertrag“ der Vertrag vom 8. April 1960 zwischen – “Eems-Dollardverdrag” het Verdrag van 8 april 1960 tussen de
der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden
Niederlande über die Regelung der Zusammenarbeit in der tot regeling van de samenwerking in de Eemsmonding;
Emsmündung;
– „Emsmündung“ das Gebiet im Sinne von Artikel 7 des Ems- – “Eemsmonding” het gebied zoals bepaald in artikel 7 van het
Dollart-Vertrags in Verbindung mit § 1 der Anlage B zu jenem Eems-Dollardverdrag in verbinding met paragraaf 1 van Bijla-
Vertrag; ge B bij dit Verdrag;
– „Küstenmeer“ das Küstenmeer im Sinne von Artikel 2 des – “Territoriale zee” de territoriale zee zoals bedoeld in artikel 2
Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen vom van het VN-zeerechtverdrag van 10 december 1982;
10. Dezember 1982;
– „Linie“ die Linie im Sinne des Artikels 6; – “Lijn” de lijn als bepaald in artikel 6;
– „Schiffsverkehrsbezogene Notfallsituationen“ Schiffsunfälle, – “Noodsituaties voor het scheepvaartverkeer” scheepvaarton-
kritische Situationen und sonstige Situationen mit unmittel- gevallen, kritieke situaties en andere situaties met onmiddel-
barer Gefahr für Schiff, Schiffsbesatzung und Umwelt; lijke dreiging voor schip, bemanning of milieu;
– „Fahrwasser“ das betonnte Fahrwasser im Sinne des Arti- – “Vaarwater” het vaarwater binnen de betonning overeenkom-
kels 10; stig artikel 10;
– „Tonnen“ die schwimmenden Schifffahrtszeichen; – “Tonnen” de drijvende vaarwegmarkering;
– „Verbesserungsarbeiten“ die Verbreiterung oder Vertiefung – “Verbeterwerken” het ten behoeve van de scheepvaart door
des Profils der Sohle des Fahrwassers im Sinne des Arti- baggeren, verbreden of verdiepen van het profiel van de bo-
kels 13 durch Baggerung für Zwecke der Schifffahrt; dem van het Vaarwater, zoals bedoeld in artikel 13;
– „Unterhaltungsarbeiten“ die Baggerung der Sohle des Fahr- – “Onderhoudswerken” het ten behoeve van de scheepvaart
wassers zur Erhaltung des geltenden Profils für Zwecke der baggeren van de bodem van het Vaarwater tot instandhouding
Schifffahrt im Sinne des Artikels 13; van het geldende profiel, zoals bedoeld in artikel 13;
– „Kommission“ die Westeremskommission im Sinne des Arti- – “Commissie” de Westereems Commissie als beschreven in ar-
kels 19. tikel 19.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 605
Artikel 3 Artikel 3
Geltungsgebiet Geografische reikwijdte
Die Bestimmungen dieses Vertrags gelten im Küstenmeer bis De bepalingen van dit Verdrag zijn van toepassing in de terri-
zwölf Seemeilen vor der Küste im Gebiet nördlich der Ems- toriale zee tot twaalf mijl uit de kust in het gebied ten noorden
mündung. van de Eemsmonding.
Artikel 4 Artikel 4
Sans préjudice Sans préjudice
Die Bestimmungen dieses Vertrags berühren nicht die Frage De bepalingen van dit Verdrag zijn niet van invloed op het
des Verlaufs der Staatsgrenze im Küstenmeer zwischen 3 vraagstuk van het verloop van de staatsgrens in de territoriale
und 12 Seemeilen vor der Küste. Die Bestimmungen dieses Ver- zee tussen 3 en 12 mijl uit de kust. De bepalingen van dit Verdrag
trags berühren auch nicht die Frage des Verlaufs der Staats- zijn evenmin van invloed op het vraagstuk van het verloop van
grenze in der Emsmündung. Jede Vertragspartei behält sich in- de staatsgrens in de Eemsmonding. Iedere Verdragsluitende
soweit ihren Rechtsstandpunkt vor. Partij behoudt zich in dit opzicht haar rechtsstandpunt voor.
Kapitel II Hoofdstuk II
Anwendung der Rechtsordnungen Verdeling van toepasselijk recht
in Bezug auf bestimmte Sachgebiete met betrekking tot bepaalde onderwerpen
Artikel 5 Artikel 5
Materieller Anwendungsbereich Materiële reikwijdte
In Bezug auf Met betrekking tot
a) Anlagen zur Gewinnung erneuerbarer Energien und alle an- a) installaties voor hernieuwbare energie en alle andere instal-
deren Anlagen; laties;
b) Kabel und Rohrleitungen; b) kabels en pijpleidingen;
c) nichtlebende natürliche Ressourcen, unbeschadet der Tat- c) niet-levende natuurlijke rijkdommen, ongeacht het feit dat
sache, dass beide Vertragsparteien sich bezüglich der recht- beide Verdragsluitende Partijen zich hun positie ten aanzien
lichen Bedeutung des Vertrags vom 1. Dezember 1964 zwi- van de juridische betekenis van het Verdrag van 1 december
schen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich 1964 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk
der Niederlande über die seitliche Abgrenzung des Festland- der Nederlanden inzake de zijdelingse begrenzing van het
sockels in Küstennähe im Gebiet zwischen 3 und 12 See- continentale plat in de nabijheid van de kust in het gebied
meilen vor der Küste ihre jeweiligen Rechtsstandpunkte tussen 3 en 12 mijl uit de kust voorbehouden;
vorbehalten;
kommt westlich der Linie nach Artikel 6 ausschließlich die is ten westen van de lijn als bepaald in artikel 6 uitsluitend het
Rechtsordnung des Königreichs der Niederlande zur Anwen- recht van het Koninkrijk der Nederlanden van toepassing en ten
dung, östlich davon ausschließlich die der Bundesrepublik oosten van de lijn uitsluitend het recht van de Bondsrepubliek
Deutschland. Duitsland.
Artikel 6 Artikel 6
Linie Lijn
(1) Die Linie verläuft von dem nördlichen Endpunkt c" der im (1) De lijn verloopt vanaf het noordelijke eindpunt c" van de in
Zusatzabkommen vom 14. Mai 1962 zum Ems-Dollart-Vertrag de Aanvullende Overeenkomst van 14 mei 1962 bij het Eems-
vereinbarten Linie, die den Grenzbereich der Emsmündung in der Dollardverdrag overeengekomen lijn, die het grensgebied van de
Längsrichtung teilt, bis zu dem Punkt E1, der im Vertrag vom Eemsmonding in de lengterichting splitst, tot aan punt E1 zoals
1. Dezember 1964 zwischen der Bundesrepublik Deutschland vastgelegd in het Verdrag van 1 december 1964 tussen de
und dem Königreich der Niederlande über die seitliche Abgren- Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden in-
zung des Festlandsockels in Küstennähe definiert ist. Sie verläuft zake de zijdelingse begrenzing van het continentale plat in de
insoweit identisch mit der Abgrenzung, wie sie im Vertrag vom nabijheid van de kust. De lijn valt samen met de begrenzing zoals
1. Dezember 1964 zwischen der Bundesrepublik Deutschland vastgelegd in het Verdrag van 1 december 1964 tussen de
und dem Königreich der Niederlande über die seitliche Abgren- Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden in-
zung des Festlandsockels in Küstennähe definiert ist. zake de zijdelingse begrenzing van het continentale plat in de
nabijheid van de kust.
(2) Die Linie wird durch eine geodätische Linie gebildet, wel- (2) Deze lijn wordt gevormd door een geodetische lijn die de
che die in geographischen Koordinaten ausgedrückten Punkte c" in geografische coördinaten uitgedrukte punten c" en E1 ver-
und E1 miteinander verbindet: bindt:
Breite (Nord) Länge (Ost) Breedte (Noord) Lengte (Oost)
Punkt c" 53° 36' 15,4" 6° 24' 45,4" Punt c" 53° 36' 15,4" 6° 24' 45,4"
Punkt E1 53° 45' 0,3" 6° 19' 53,4" Punt E1 53° 45' 0,3" 6° 19' 53,4"
Die Positionen der in diesem Artikel genannten Punkte sind De ligging van de in dit artikel genoemde punten is bepaald in
durch Breite und Länge gemäß dem World Geodetic System lengte en breedte volgens het World Geodetic System 1984
1984 (WGS 84) bestimmt. (WGS84).
606 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Kapitel III Hoofdstuk III
Seeverkehr Verkeer over zee
Artikel 7 Artikel 7
Verkehrsmanagement Verkeersmanagement
(1) Die Vertragsparteien richten ein gemeinsames Verkehrs- (1) De Verdragsluitende Partijen vestigen een gezamenlijk ver-
managementsystem für den Schiffsverkehr im Fahrwasser von keersmanagementsysteem voor het scheepvaartverkeer in het
und zu den Häfen beider Vertragsparteien entlang der Ems ein. Vaarwater van en naar de havens van beide Verdragsluitende
Partijen aan de Eems.
(2) Zu diesem Zweck richten sie eine gemeinsame Verkehrs- (2) Daartoe richten zij een gezamenlijke verkeerscentrale op
zentrale ein, die deutschem Recht unterliegt. Die Tätigkeiten in die onder Duits recht valt. De werkzaamheden in deze verkeers-
dieser Verkehrszentrale werden von der Bundesrepublik centrale worden uitgevoerd door de Bondsrepubliek Duitsland,
Deutschland auf der Grundlage der von der nach Artikel 19 ein- op basis van verkeersregels zoals ontwikkeld en vastgesteld
gesetzten Kommission entwickelten und festgelegten Verkehrs- door de Commissie als ingesteld in artikel 19. De gezamenlijke
regeln durchgeführt. Die gemeinsame Verkehrszentrale ist be- verkeerscentrale is bevoegd bindende aanwijzingen aan het
fugt, verbindliche Anweisungen für den Schiffsverkehr zu treffen. scheepvaartverkeer te geven.
(3) Die Vertragsparteien tragen jeweils die Hälfte der Kosten (3) De Verdragsluitende Partijen dragen elk de helft van de
für die operativen Tätigkeiten der Verkehrszentrale. kosten voor de operationele werkzaamheden van de verkeers-
centrale.
(4) Die Verantwortung und die Haftung für die Entscheidungen (4) De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor be-
der Verkehrszentrale trägt die Bundesrepublik Deutschland nach slissingen van de verkeerscentrale draagt de Bondsrepubliek
deutschem Recht. Im Hinblick auf Schadensersatzpflichten in- Duitsland, overeenkomstig het Duitse recht. Met betrekking tot
folge von Handlungen der Verkehrszentrale, die auf der korrekten schadevergoeding als gevolg van handelingen van de verkeers-
Anwendung der gemeinsamen Verkehrsvorschriften beruhen, centrale die berusten op de juiste toepassing van de gezamen-
tragen die Vertragsparteien den Schadensersatz im Innenverhält- lijke verkeersregels, bestaat tussen de Verdragsluitende Partijen
nis zu gleichen Teilen. een regresrecht naar gelijke delen.
(5) Die Schiffe werden in der Reihenfolge ihrer Ankunft ab- (5) Schepen zullen op basis van volgorde van aankomst
gefertigt. Es soll dafür gesorgt werden, dass tiefgehende Schiffe worden afgehandeld. Er moet voor worden gezorgd dat diepste-
jeweils das erste verfügbare Tidehochwasser nutzen können. Die kende schepen telkens gebruik kunnen maken van het eerstvol-
Kommission wird Kriterien für Fälle festlegen, in denen von die- gende hoogtij. De Commissie zal criteria opstellen voor gevallen
sen Regeln abgewichen werden kann. waarin van deze regels kan worden afgeweken.
(6) Die Kommission wird das gemeinsame Verkehrsmanage- (6) De Commissie zal het gezamenlijke verkeersmanage-
mentsystem für den Schiffsverkehr und seine Anwendung einer mentsysteem voor scheepvaartverkeer, en de uitvoering daarvan
jährlichen Bewertung unterziehen. Soweit dazu aktueller Bedarf jaarlijks evalueren. Voorzover daartoe actuele behoefte bestaat
besteht, wird die Kommission darüber hinaus ad hoc über das kan de Commissie daarnaast op ad hoc basis overleggen over
gemeinsame Verkehrsmanagementsystem beraten. het gezamenlijke verkeersmanagementsysteem.
Artikel 8 Artikel 8
Schiffsverkehrsbezogene Noodsituaties voor
Notfallsituationen im Fahrwasser het scheepvaartverkeer in het Vaarwater
(1) Die Verkehrszentrale meldet Notfallsituationen unmittelbar (1) De Verkeerscentrale meldt noodsituaties onmiddellijk aan
an die von den Vertragsparteien benannte zuständige Stelle. Von de door de Verdragsluitende Partijen aangewezen bevoegde
dort aus erfolgen die weitere Bewertung, die Abstimmung der instantie. Van daaruit vinden de verdere beoordeling, het overleg
Maßnahmen und der weitere Informationsaustausch. over de te treffen maatregelen en de verdere uitwisseling van
informatie plaats.
(2) Ungeachtet des ersten Zugriffs durch die Verkehrszentrale (2) Ondanks de eerste aanpak door de Verkeerscentrale ten
zum Zwecke der Gewährleistung der Sicherheit und Leichtigkeit behoeve van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheep-
des Schiffsverkehrs gilt für alle darüber hinausgehenden Maß- vaartverkeer geldt voor alle verdergaande maatregelen als reac-
nahmen als Reaktion auf Notfallsituationen, soweit die Vertrags- tie op noodsituaties, voorzover de Verdragsluitende Partijen niets
parteien nichts anderes vereinbaren, Folgendes: anders overeenkomen, het volgende:
1. betreffen sie deutsche Wasserfahrzeuge, werden sie von der 1. betreft het Duitse vaartuigen, dan worden deze door de
Bundesrepublik Deutschland ergriffen; Bondsrepubliek Duitsland genomen;
2. betreffen sie niederländische Wasserfahrzeuge, werden sie 2. betreft het Nederlandse vaartuigen, dan worden deze door
vom Königreich der Niederlande ergriffen; het Koninkrijk der Nederlanden genomen;
3. betreffen sie Wasserfahrzeuge dritter Staaten, ist die Ver- 3. betreft het vaartuigen van derde staten, dan ligt de bevoegd-
tragspartei des ersten Bestimmungshafens zuständig, wenn heid bij de Verdragsluitende Partij van de eerste haven van
sie von See kommen, und die Vertragspartei des letzten bestemming indien zij van zee komen, of bij de Verdragslui-
Ausgangshafens, wenn sie nach See fahren; und tende Partij van de haven die zij het laatst hebben aangedaan
indien zij naar zee varen; en
4. betreffen sie Wasserfahrzeuge, die nicht unter die Num- 4. betreft het vaartuigen die niet onder de nummers 1 tot en
mern 1 bis 3 fallen, verständigen sich die zuständigen Behör- met 3 vallen, plegen de bevoegde autoriteiten van de Ver-
den der Vertragsparteien im Einzelfall. dragsluitende Partijen in individuele gevallen overleg.
(3) Die Haftung für Schäden, die durch Maßnahmen nach Ab- (3) De aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door
satz 2 verursacht worden sind, richtet sich nach dem Recht der maatregelen bedoeld in het tweede lid, wordt beoordeeld naar
Vertragspartei, die die Maßnahme getroffen hat. het recht van de Verdragsluitende Partij die de maatregel heeft
getroffen.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 607
Artikel 9 Artikel 9
Lotsdienst Beloodsing
(1) Der Lotsdienst auf von See kommenden oder nach See (1) De beloodsing op de van de volle zee komende of naar de
fahrenden Schiffen wird wahrgenommen: volle zee varende schepen wordt behartigd:
– von der Bundesrepublik Deutschland, wenn die Schiffe einen – door de Bondsrepubliek Duitsland indien de schepen als eer-
deutschen Hafen als ersten Hafen anlaufen oder als letzten ste haven een Duitse haven aanlopen of als laatste haven een
Hafen verlassen, Duitse haven verlaten; en
– vom Königreich der Niederlande, wenn die Schiffe einen nie- – door het Koninkrijk der Nederland indien de schepen als eer-
derländischen Hafen als ersten Hafen anlaufen oder als letzten ste haven een Nederlandse haven aanlopen of als laatste ha-
Hafen verlassen. ven een Nederlandse haven verlaten.
(2) Für den Lotsdienst auf Schiffen, die zwischen deutschen (2) Voor de beloodsing op schepen die tussen Duitse en Ne-
und niederländischen Häfen verkehren, sind die von einer der derlandse havens varen zijn de door een van beide Verdragslui-
beiden Vertragsparteien zugelassenen Lotsen zuständig. tende Partijen erkende loodsen bevoegd.
(3) Die Haftung für Schäden, die durch Lotsen verursacht wer- (3) Op de aansprakelijkheid voor schade die door loodsen is
den, richtet sich nach dem Recht der Vertragspartei, die den veroorzaakt is het recht van de Verdragsluitende Partij die de
handelnden Lotsen zugelassen hat. handelende loods heeft erkend van toepassing.
Artikel 10 Artikel 10
Fahrwasser Het Vaarwater
(1) Die Lage des Fahrwassers im Vertragsgebiet bestimmt (1) De ligging van het Vaarwater in het Verdragsgebied wordt
sich nach der Position der Tonnen am Tag des Inkrafttretens die- bepaald door de locatie van de betonning op de datum van de
ses Vertrags. inwerkingtreding van dit Verdrag.
(2) Eine Änderung der Tonnenpositionen und damit der Lage (2) Wijziging in de locatie van de betonning, en daarmee in de
des Fahrwassers wird von der Kommission festgelegt und muss ligging van het Vaarwater, wordt door de Commissie vastgesteld
von den Vertragsparteien bestätigt werden. en dient door de Verdragsluitende Partijen bevestigd te worden.
(3) Die Vertragsparteien werden Änderungen an der Lage des (3) De Verdragsluitende Partijen zullen wijzigingen in de ligging
Fahrwassers in ihren offiziellen Veröffentlichungsorganen be- van het Vaarwater in hun officiële publicaties bekendmaken.
kannt geben.
(4) Bei geringfügigen natürlichen Veränderungen im Verlauf (4) Bij geringe natuurlijke veranderingen in het verloop van het
des Fahrwassers können einzelne Tonnenpositionen ohne das Vaarwater kunnen afzonderlijke tonposities zonder de in de le-
in den Absätzen 2 und 3 beschriebene Verfahren angepasst den 2 en 3 beschreven procedure worden aangepast. De Com-
werden. Die Kommission legt die Definition für geringfügige missie legt de definitie van geringe natuurlijke veranderingen ter
natürliche Veränderungen den Vertragsparteien zur Zustimmung instemming aan de Verdragsluitende Partijen voor.
vor.
Artikel 11 Artikel 11
Peilungen Peilingen
Jede Vertragspartei kann im Interesse der Verkehrssicherheit Iedere Verdragsluitende Partij kan ten behoeve van de ver-
im Fahrwasser Vermessungen, Peilungen und hydrologische keersveiligheid in het Vaarwater opmetingen, peilingen en hydro-
Untersuchungen durchführen. logisch onderzoek uitvoeren.
Artikel 12 Artikel 12
Betonnung Betonning
Die Bundesrepublik Deutschland ist auch weiterhin für die De Bondsrepubliek Duitsland is ook in de toekomst verant-
Auslegung, den Betrieb und die Wartung der Tonnen im Fahr- woordelijk voor het plaatsen, verzorgen en onderhouden van de
wasser verantwortlich und trägt die damit verbundenen Kosten. tonnen in het Vaarwater en draagt de daaraan gerelateerde kos-
ten.
Artikel 13 Artikel 13
Arbeiten am Fahrwasser Werken aan het Vaarwater
(1) Jede Vertragspartei ist zur Durchführung von Verbesse- (1) Elk van de Verdragsluitende Partijen is bevoegd verbeter-
rungsarbeiten am Fahrwasser und zur Beseitigung von Schiff- werken uit te voeren aan het Vaarwater en belemmeringen voor
fahrtshindernissen einschließlich Wracks aus dem Fahrwasser de scheepvaart inclusief wrakken in het Vaarwater te verwijderen
berechtigt und erteilt die hierfür erforderlichen Genehmigungen. en verstrekt te dien einde de vereiste vergunningen. Deze werk-
Diese Arbeiten werden von der veranlassenden Vertragspartei zaamheden zullen worden uitgevoerd door en komen ten laste
durchgeführt und gehen zu deren Lasten, soweit nichts anderes van de initiërende Verdragsluitende Partij, tenzij anders wordt
vereinbart wird. Für die Arbeiten nach Satz 1 gilt das innerstaat- overeengekomen. Op de werken overeenkomstig de eerste zin
liche Recht der durchführenden Vertragspartei. is het nationale recht van de uitvoerende Verdragsluitende Partij
van toepassing.
(2) Unterhaltungsarbeiten zur Erhaltung des Profils des Fahr- (2) Onderhoudswerken tot instandhouding van het profiel van
wassers im Zustand am Tag des Inkrafttretens dieses Vertrags het Vaarwater in de toestand zoals op de dag van inwerkingtre-
werden von der Bundesrepublik Deutschland durchgeführt und ding van dit Verdrag zullen worden uitgevoerd en komen ten las-
gehen zu ihren Lasten. Unterhaltungsarbeiten, die sich aus bis- te van de Bondsrepubliek Duitsland. Onderhoudswerken die het
herigen oder zukünftigen Verbesserungsarbeiten ergeben, wer- gevolg zijn van huidige of toekomstige verbeterwerken zullen
608 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
den von der veranlassenden Vertragspartei durchgeführt und worden uitgevoerd door, en komen ten laste van de initiërende
gehen zu deren Lasten, soweit nichts anderes vereinbart wird. Verdragsluitende Partij tenzij anders wordt overeengekomen.
Artikel 14 Artikel 14
Mitteilungspflicht Mededelingsplicht
Wenn eine der beiden Vertragsparteien beabsichtigt, neue Indien een van beide Verdragsluitende Partijen van plan is
Arbeiten oder Maßnahmen zur Verbesserung und zur Unter- nieuwe werkzaamheden of maatregelen ter verbetering of voor
haltung des Fahrwassers auszuführen oder deren Ausführung het onderhoud van het Vaarwater uit te voeren of de uitvoering
zuzulassen, wird sie der Kommission davon möglichst frühzeitig ervan toe te laten, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk voor het
vor Beginn der Arbeiten oder Maßnahmen Mitteilung machen. begin van de uitvoering mededeling aan de Commissie.
Artikel 15 Artikel 15
Einwendungen Bezwaren
Jede Vertragspartei kann gegen geplante oder begonnene Iedere Verdragsluitende Partij kan binnen een redelijke termijn
Arbeiten oder Maßnahmen oder gegen Unterlassungen auf den bij de Commissie bezwaar maken tegen voorgenomen of reeds
Gebieten der Verbesserung und der Unterhaltung, der Wrack- begonnen werkzaamheden of maatregelen, of tegen het achter-
beseitigung, der Verkehrssicherungspeilungen und der Beton- wege laten daarvan, op het gebied van de verbetering en het on-
nung in angemessener Frist bei der Kommission Einwendungen derhoud, het lichten van wrakken, de verkeersveiligheidspeilin-
erheben, die mit einer zu erwartenden oder eingetretenen Ver- gen en de betonning; deze bezwaren moeten worden
letzung der in diesem Vertrag eingegangenen Verpflichtungen gemotiveerd met een te verwachten of reeds ontstane schending
begründet werden müssen. van de in dit Verdrag aangegane verplichtingen.
Artikel 16 Artikel 16
Nachträgliche Einwendungen Claims
(1) Auch nach der Beendigung von Arbeiten und Maßnahmen (1) Ook na de beëindiging van werkzaamheden en maatrege-
kann die durch nachteilige Wirkungen betroffene Vertragspartei len kan de door nadelige gevolgen getroffen Verdragsluitende
die Herstellung und Unterhaltung von Einrichtungen zur Abwehr Partij de aanleg en het onderhoud van voorzieningen ter voorko-
von Schäden oder eine Entschädigung fordern, wenn die nach- ming van schade of een schadevergoeding eisen, indien de na-
teiligen Wirkungen nicht oder nicht in vollem Umfange voraus- delige gevolgen niet of niet in hun volle omvang konden worden
sehbar waren. voorzien.
(2) Die Ansprüche nach Absatz 1 sind ausgeschlossen, wenn (2) Claims als bedoeld in lid 1 vervallen indien zij niet binnen
sie nicht binnen dreißig Jahren nach der Fertigstellung desjeni- dertig jaar na beëindiging van dat deel der werkzaamheden en
gen Teils von Arbeiten und Maßnahmen, durch den die nachtei- maatregelen waardoor de nadelige gevolgen zijn veroorzaakt,
ligen Wirkungen verursacht worden sind, geltend gemacht wer- worden geldend gemaakt.
den.
Artikel 17 Artikel 17
Zurückstellung geplanter Arbeiten Opschorting van voorgenomen
oder Maßnahmen nach Einwendungen werkzaamheden of maatregelen na bezwaren
(1) Jede Vertragspartei ist verpflichtet, die Ausführung geplan- (1) Iedere Verdragsluitende Partij is verplicht de uitvoering van
ter Arbeiten oder Maßnahmen, gegen welche die andere Ver- voorgenomen werkzaamheden of maatregelen waartegen de an-
tragspartei Einwendungen erhoben hat, zurückzustellen, bis die dere Verdragsluitende Partij bezwaren heeft ingediend, op te
Regierungen der Vertragsparteien eine Empfehlung der Kommis- schorten tot de Regeringen van de Verdragsluitende Partijen een
sion nach Artikel 21 Absatz 1 angenommen oder die Vertrags- aanbeveling van de Commissie als bedoeld in artikel 21, lid 1,
parteien ihre Beratungen nach Artikel 21 Absatz 2 abgeschlossen hebben aanvaard of de Verdragsluitende Partijen hun overleg als
haben, es sei denn, dass die andere Vertragspartei sich mit einer bedoeld in artikel 21, lid 2, hebben beëindigd, tenzij de andere
anderen Regelung einverstanden erklärt. Dem Abschluss der Be- Verdragsluitende Partij instemt met een andere regeling. Het af-
ratungen zwischen den Vertragsparteien steht die Abgabe der leggen van de verklaring tussen de Verdragsluitende Partijen als
Erklärung nach Artikel 21 Absatz 3 gleich. bedoeld in artikel 21, lid 3, wordt gelijkgesteld met de beëindi-
ging van het overleg.
(2) Absatz 1 gilt nicht, wenn eine Vertragspartei die Ausfüh- (2) Lid 1 is niet van toepassing indien een Verdragsluitende
rung der beanstandeten Arbeiten oder Maßnahmen nicht ohne Partij de uitvoering van de gewraakte werkzaamheden of maat-
eine ernste Gefährdung ihrer Interessen aufschieben kann. Wird regelen niet zonder haar belangen ernstig in gevaar te brengen
in diesen Fällen der anderen Vertragspartei ein Schaden zuge- kan uitstellen. Indien in die gevallen de andere Verdragsluitende
fügt, so bleibt ihr Anspruch auf Schadensersatz und auf Verhü- Partij schade wordt toegebracht, blijft haar aanspraak op scha-
tung weiteren Schadens unberührt. devergoeding en op het voorkomen van verdere schade onver-
minderd bestaan.
Artikel 18 Artikel 18
Mitteilungspflicht betreffend sonstige Aktivitäten Mededelingsplicht betreffende andere activiteiten
Die Mitteilungspflicht nach Artikel 14 gilt sinngemäß für alle De mededelingsplicht zoals bedoeld in artikel 14 geldt over-
übrigen Arbeiten oder Maßnahmen sowie wirtschaftliche Nutzun- eenkomstig voor alle overige werkzaamheden of maatregelen
gen nach Kapitel II dieses Vertrags, sofern diese geeignet sind, evenals de economische exploitaties volgens hoofdstuk II van
den Verkehr im Fahrwasser zu beeinträchtigen. Dies gilt nicht für het onderhavige Verdrag voor zover deze tot belemmeringen in
die Artikel 15, 16 und 17. het Vaarwater kunnen leiden. De artikelen 15, 16 en 17 zijn hierop
niet van toepassing.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 609
Kapitel IV Hoofdstuk IV
Einsetzung der Kommission Instelling van de Commissie
Artikel 19 Artikel 19
Die Westeremskommission De Westereems Commissie
(1) Die Vertragsparteien setzen eine Ständige Kommission für (1) De Verdragsluitende Partijen stellen een Permanente Com-
Schifffahrtsangelegenheiten im Fahrwasser ein. missie voor de scheepvaart in het Vaarwater in.
(2) Jede Regierung ernennt drei Sachverständige als Kommis- (2) Iedere Regering benoemt drie deskundigen als Commis-
sare, von denen mindestens je einer mit den örtlichen Verhält- sarissen, van wie er tenminste één vertrouwd dient te zijn met de
nissen vertraut sein soll. Die ersten Kommissare werden inner- plaatselijke omstandigheden. De eerste Commissarissen worden
halb von drei Monaten nach Inkrafttreten dieses Vertrags binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag be-
ernannt. Die Regierungen können Stellvertreter der Kommissare noemd. De Regeringen kunnen plaatsvervangers van de Com-
ernennen. missarissen benoemen.
(3) Die Kommission tritt mindestens einmal im Jahr, sonst (3) De Commissie komt tenminste eenmaal per jaar bijeen, en
nach eigenem Ermessen oder auf Antrag einer der beiden voorts wanneer zij dit zelf nodig oordeelt of op verzoek van een
Regierungen zusammen. Zu den Sitzungen der Kommission van beide Regeringen. Andere deskundigen kunnen tot de zittin-
können weitere Sachverständige zugezogen werden. Beschlüsse gen van de Commissie worden uitgenodigd. De Commissie be-
der Kommission werden einstimmig getroffen. Die Kommission sluit met eenparigheid van stemmen. De Commissie kan haar ei-
kann sich eine Geschäftsordnung geben. gen reglement van orde vaststellen.
(4) Soweit erforderlich, pflegt die Kommission einen Aus- (4) Indien noodzakelijk overlegt de Commissie met de Eems-
tausch mit der Emskommission nach Kapitel 8 des Ems-Dollart- commissie als bedoeld in Hoofdstuk 8 van het Eems-Dollardver-
Vertrags in allen Fragen, die die Arbeit und Zuständigkeit beider drag over de vraagstukken verband houdend met het werk en
Kommissionen berühren. de bevoegdheden van beide Commissies.
Artikel 20 Artikel 20
Aufgaben der Kommission Taken van de Commissie
Die Kommission hat folgende Aufgaben: De taken van de Commissie zijn:
a) Beschlussfassung über den Verlauf des Fahrwassers nach a) besluitvorming over het verloop van het Vaarwater als be-
Artikel 10; doeld in artikel 10;
b) Definition von geringfügigen natürlichen Veränderungen und b) het definiëren van geringe natuurlijke veranderingen en het
deren Vorlage an die Vertragsparteien; nach Zustimmung der voorleggen daarvan aan de Verdragsluitende Partijen; en na
Vertragsparteien Anwendung dieser Kriterien im Sinne des instemming van de Verdragsluitende Partijen toepassing van
Artikels 10 Absatz 4; deze criteria zoals bedoeld in artikel 10, lid 4;
c) Entwicklung und Festlegung von Verkehrsregeln, die im Fahr- c) het ontwikkelen en vaststellen van verkeersregels die gelden
wasser gelten; in het Vaarwater;
d) Entwicklung und Festlegung von Kriterien für Abweichungen d) het ontwikkelen en vaststellen van criteria voor het afwijken
von den Regeln für die Abfertigung von Schiffen durch die van de regels voor afhandeling van schepen door het ver-
Verkehrszentrale; keerscentrum;
e) regelmäßige Bewertung dieser Regeln und Kriterien; e) regelmatige evaluatie van deze regels en criteria;
f) jährliche Bewertung des Funktionierens der Verkehrszentrale f) het jaarlijks evalueren van het functioneren van de verkeers-
und des gemeinsamen Verkehrsmanagementsystems nach centrale en het gezamenlijke verkeersmanagementsysteem,
Artikel 7; ingesteld op grond van artikel 7;
g) soweit erforderlich, Ad-hoc-Beratungen über das gemein- g) indien noodzakelijk ad hoc overleg over het gezamenlijke ver-
same Verkehrsmanagementsystem; keersmanagementsysteem;
h) Kenntnisnahme und Austausch von Informationen über die h) het kennisnemen van en uitwisselen van informatie over plan-
Planung und Durchführung aller neuen Arbeiten oder Maß- ning en uitvoering van alle nieuwe werkzaamheden of maat-
nahmen zur Verbesserung und zur Unterhaltung des Fahr- regelen ter verbetering en onderhoud van het Vaarwater;
wassers;
i) Kenntnisnahme und Austausch von Informationen zu den i) het kennisnemen van en uitwisselen van informatie over de
nach Artikel 11 geplanten und durchgeführten Peilungen; krachtens artikel 11 voorgenomen en uitgevoerde peilingen;
j) Beratungen über Fragen auf dem Gebiet der Arbeiten und j) overleg over kwesties op het gebied van werkzaamheden en
Maßnahmen zur Verbesserung und zur Unterhaltung des maatregelen ter verbetering en onderhoud van het Vaarwater,
Fahrwassers, der Wrackbeseitigung, der Betonnung, der Ver- het lichten van wrakken, betonning, opmetingen, peilingen
messungen, Peilungen und hydrologischen Untersuchungen, en hydrologische onderzoeken, voorzover een Verdragslui-
sofern eine Vertragspartei Auswirkungen auf den ungehinder- tende Partij uitwerkingen vreest voor de onbelemmerde toe-
ten Zugang zu und von deutschen und niederländischen gang tot en naar Duitse en Nederlandse havens, evenals over
Häfen befürchtet, sowie über das gemeinsame Verkehrs- het gezamenlijke verkeersmanagement;
management;
k) Besichtigung des Fahrwassers und der Tonnen und Bericht- k) inspecties van het Vaarwater en de betonning; en het uitbren-
erstattung über die Ergebnisse der Besichtigungen an die gen van verslag over de resultaten van deze inspecties aan
Regierungen; de Regeringen;
l) Vorlage von Empfehlungen an die Regierungen; l) het voorleggen van aanbevelingen aan de Regeringen;
m) Prüfung der nach Artikel 15 erhobenen Einwendungen und m) onderzoek van de uit hoofde van artikel 15 ingediende be-
der nach Artikel 16 geltend gemachten Ansprüche. zwaren en de uit hoofde van artikel 16 ingediende claims.
610 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Artikel 21 Artikel 21
Einwendungsverfahren Bezwaarprocedures
(1) Die Kommission wird in den Fällen des Artikels 20 Buch- (1) In de gevallen bedoeld onder letter m van artikel 20 zal de
stabe m bestrebt sein, den Regierungen der Vertragsparteien Commissie er naar streven aan de Regeringen van de Verdrag-
Empfehlungen vorzulegen. sluitende Partijen aanbevelingen voor te leggen.
(2) Wird in der Kommission in den Fällen des Absatzes 1 keine (2) Indien in de Commissie in de gevallen bedoeld in lid 1 geen
Einigung über eine Empfehlung erzielt oder teilt eine Vertrags- overeenstemming wordt bereikt over een aanbeveling, of indien
partei der anderen mit, dass nach ihrer Ansicht die Beratungen een Verdragsluitende Partij de andere meedeelt dat het overleg
einen Stand erreicht haben, in dem eine Fortsetzung keinen Er- naar haar mening een stadium heeft bereikt waarin van een
folg verspricht, so werden die Vertragsparteien bestrebt sein, voortzetting geen resultaat kan worden verwacht, zullen de Ver-
sich zu einigen. dragsluitende Partijen er naar streven tot overeenstemming te
komen.
(3) Gelingt dies nicht oder können sich die Vertragsparteien (3) Indien dit niet lukt of indien de Verdragsluitende Partijen
trotz einer Empfehlung der Kommission nicht einigen, so gelten ondanks een aanbeveling van de Commissie niet tot overeen-
die Beratungen auf die Erklärung einer der beiden Vertragspar- stemming kunnen komen, geldt het overleg op grond van de ver-
teien hin als abgeschlossen. klaring van een van beide Verdragsluitende Partijen als beëin-
digd.
Artikel 22 Artikel 22
Schifffahrtsordnung Emsmündung Scheepvaartreglement Eemsmonding
Die in Anlage A des Abkommens vom 22. Dezember 1986 zwi- De in Bijlage A van de Overeenkomst van 22 december 1986
schen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland und der tussen de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Re-
Regierung des Königreichs der Niederlande über die Schifffahrts- gering van het Koninkrijk der Nederlanden inzake een scheep-
ordnung in der Emsmündung, geändert und ergänzt durch das vaartreglement voor de Eemsmonding, gewijzigd en aangevuld
Abkommen vom 5. April 2001, enthaltenen Verkehrsvorschriften door de Overeenkomst van 5 april 2001, opgenomen verkeers-
(„Schifffahrtsordnung Emsmündung“) gelten im Fahrwasser ent- voorschriften (“Scheepvaartreglement Eemsmonding”) zijn van
sprechend. overeenkomstige toepassing in het Vaarwater.
Kapitel V Hoofdstuk V
Streitbeilegung Geschillenbeslechting
Artikel 23 Artikel 23
Konsultation Consulatie
Streitigkeiten der Vertragsparteien über die Auslegung und An- Geschillen tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de
wendung dieses Vertrags sowie ihre Rechte und Pflichten auf- uitleg of toepassing van dit Verdrag, alsmede hun rechten en
grund dieses Vertrags werden, soweit möglich, durch Verhand- plichten op grond van dit Verdrag, worden voor zover mogelijk
lungen zwischen den Regierungen beider Vertragsparteien door onderhandelingen tussen de Regeringen van beide Ver-
beigelegt. dragsluitende Partijen beslecht.
Artikel 24 Artikel 24
Schiedsgericht Arbitrage
(1) Jede Streitigkeit über die Auslegung und die Anwendung (1) Elk geschil over de uitleg en toepassing van dit Verdrag
dieses Vertrags wird auf Verlangen einer Vertragspartei nach der wordt op verzoek van een van de Verdragsluitende Partijen ter
Fakultativen Schiedsordnung des Ständigen Schiedshofs für beslechting voorgelegd aan een scheidsgerecht op grond van
Streitigkeiten zwischen zwei Staaten einem Schiedsgericht zur het Facultatieve Reglement voor Arbitrage van Geschillen tussen
Entscheidung vorgelegt. twee Staten van het Permanente Hof van Arbitrage.
(2) Das Schiedsgericht wird von Fall zu Fall gebildet, indem (2) Het scheidsgerecht wordt per geval in het leven geroepen
jede Vertragspartei ein Mitglied bestellt und beide Mitglieder sich doordat iedere Verdragsluitende Partij een lid benoemt en beide
auf den Angehörigen eines dritten Staates als Obmann einigen, leden tezamen overeenstemming bereiken over een onderdaan
der von den Regierungen der Vertragsparteien bestellt wird. Die van een derde Staat als voorzitter die door de Regeringen van
Mitglieder sind innerhalb von zwei Monaten, der Obmann inner- de Verdragsluitende Partijen wordt benoemd. De leden dienen
halb von drei Monaten zu bestellen, nachdem die eine Vertrags- binnen twee maanden en de voorzitter dient binnen drie maan-
partei der anderen mitgeteilt hat, dass sie Meinungsverschieden- den benoemd te worden, nadat de ene Verdragsluitende Partij
heiten einem Schiedsgericht unterbreiten will. de andere heeft mede gedeeld dat hij het geschil wenst voor te
leggen aan een scheidsgerecht.
(3) Werden die in Absatz 2 genannten Fristen nicht eingehal- (3) Indien de in het tweede lid genoemde termijnen niet in acht
ten, so kann in Ermangelung einer anderen Vereinbarung jede worden genomen, kan bij gebrek aan een andere wijze van over-
Vertragspartei den Präsidenten des Internationalen Gerichtshofs eenstemming elke Verdragsluitende Partij de President van het
in Den Haag bitten, die erforderlichen Ernennungen vorzuneh- Internationaal Gerechtshof te Den Haag verzoeken de nodige be-
men. Besitzt der Präsident die Staatsangehörigkeit einer der bei- noemingen te verrichten. Indien de President onderdaan van een
den Vertragsparteien oder ist er aus einem anderen Grund ver- van de Verdragsluitende Partijen is of indien hij om andere rede-
hindert, so nimmt sein Vertreter die Ernennungen vor. Besitzt nen verhinderd is, verricht zijn vervanger de benoemingen. Indien
auch der Vertreter die Staatsangehörigkeit einer der beiden ook de vervanger onderdaan van een van beide Verdragsluitende
Vertragsparteien oder ist auch er verhindert, so nimmt dessen Partijen is of eveneens verhinderd is, verricht diens vervanger de
Vertreter die Ernennungen vor. benoemingen.
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 611
(4) Das Schiedsgericht entscheidet mit Stimmenmehrheit auf- (4) Het scheidsgerecht beslist met meerderheid van stemmen
grund dieses Vertrags und des Völkerrechts. Seine Entscheidun- op grond van dit Verdrag en het volkenrecht. Zijn beslissingen
gen sind bindend und von den Vertragsparteien zu befolgen. zijn bindend en dienen door de Verdragsluitende Partijen geëer-
Jede Vertragspartei trägt die Kosten des von ihr bestellten biedigd te worden. Elke Verdragsluitende Partij draagt de kosten
Schiedsrichters sowie ihrer Vertretung in dem Verfahren vor dem van de door hem benoemde scheidsman alsmede van zijn ver-
Schiedsgericht; die Kosten des Obmanns sowie die sonstigen tegenwoordiging in de procedure voor het scheidsgerecht; de
Kosten werden von den Vertragsparteien zu gleichen Teilen kosten van de voorzitter alsmede de overige kosten worden door
getragen. Im Übrigen regelt das Schiedsgericht das Verfahren de Verdragsluitende Partijen gelijkelijk gedragen. Voor het ove-
nach Konsultation mit den Vertragsparteien und unter Beachtung rige stelt het scheidsgerecht na overleg met de Verdragsluitende
international akzeptierter Verfahrensgrundsätze selbst. Partijen en met inachtneming van procedurele beginselen die in-
ternationaal aanvaard zijn, zijn eigen procedureregels vast.
Kapitel VI Hoofdstuk VI
Schlussbestimmungen Slotbepalingen
Artikel 25 Artikel 25
Inkrafttreten Inwerkingtreding
(1) Dieser Vertrag bedarf der Ratifikation; die Ratifikations- (1) Dit Verdrag dient bekrachtigd te worden. De akten van be-
urkunden werden so bald wie möglich ausgetauscht. krachtiging worden zo spoedig mogelijk uitgewisseld.
(2) Dieser Vertrag tritt am ersten Tag des zweiten Monats (2) Dit Verdrag treedt op de eerste dag van de tweede maand
nach dem Austausch der Ratifikationsurkunden in Kraft. na uitwisseling van de akten van bekrachtiging in werking.
(3) Vor seinem Inkrafttreten wird dieser Vertrag ab dem Datum (3) Voorafgaand aan zijn inwerkingtreding, wordt dit Verdrag
der Unterzeichnung nach Maßgabe des jeweils geltenden inner- met ingang van de datum van ondertekening voorlopig toege-
staatlichen Rechts der Vertragsparteien vorläufig angewendet. past met in achtneming van het respectieve nationale recht van
de Verdragsluitende Partijen.
Artikel 26 Artikel 26
Registrierung Registratie
Dieser Vertrag wird unverzüglich nach seinem Inkrafttreten Dit Verdrag wordt overeenkomstig artikel 102 van het Hand-
beim Sekretariat der Vereinten Nationen nach Artikel 102 der vest van de Verenigde Naties onmiddellijk na de inwerkingtreding
Charta der Vereinten Nationen von der Bundesrepublik Deutsch- door de Bondsrepubliek Duitsland geregistreerd bij het Secreta-
land registriert. riaat van de Verenigde Naties.
Zu Urkund dessen haben die Bevollmächtigten diesen Vertrag Ten blijke waarvan de gevolmachtigden dit Verdrag hebben
unterschrieben. ondertekend.
Geschehen auf der Ems am 24. Oktober 2014 in zwei Urschrif- Gedaan op de Eems, op 24 oktober 2014, in tweevoud, in de
ten, jede in deutscher und niederländischer Sprache, wobei jeder Duitse en de Nederlandse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk au-
Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist. thentiek.
Für die Bundesrepublik Deutschland
Voor de Bondsrepubliek Duitsland
Frank-Walter Steinmeier
Für das Königreich der Niederlande
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Bert Koenders
612 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Auswärtiges Amt Auswärtiges Amt
Dr. Frank-Walter Steinmeier Dr. Frank-Walter Steinmeier
Bundesminister des Auswärtigen Bondsminister van Buitenlandse Zaken
Mitglied des Deutschen Bundestages Lid van de Duitse Bondsdag
24. Oktober 2014 24 oktober 2014
Herr Minister, Excellentie,
ich beehre mich, Ihnen im Namen der Regierung der Bundes- Namens de regering van de Bondsrepubliek Duitsland heb ik
republik Deutschland unter Bezugnahme auf Artikel 7 des Ver- de eer onder verwijzing naar artikel 7 van het Verdrag van 24 ok-
trags vom 24. Oktober 2014 zwischen der Bundesrepublik tober 2014 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk
Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Nut- der Nederlanden betreffende het gebruik en beheer van de
zung und Verwaltung des Küstenmeers zwischen 3 und 12 See- territoriale zee van 3 tot 12 zeemijlen, hierna te noemen “het
meilen, im Folgenden der Vertrag, Folgendes vorzuschlagen: Verdrag”, het volgende voor te stellen:
– Die Vertragsparteien richten die gemeinsame Verkehrszentrale – De Verdragsluitende Partijen stellen de gezamenlijke verkeers-
nach Artikel 7 Absatz 2 des Vertrags ein, indem sie der beste- centrale overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van het Verdrag
henden deutschen Verkehrszentrale an der Knock, Emden, die in door de bevoegdheid voor het gezamenlijke verkeers-
Zuständigkeit für das gemeinsame Verkehrsmanagement- managementsysteem bedoeld in artikel 7, eerste lid, alsmede
system nach Artikel 7 Absatz 1 sowie die Aufgaben nach Arti- de taken bedoeld in artikel 7, tweede lid, tweede en derde
kel 7 Absatz 2 Satz 2 und 3 des Vertrags übertragen. volzin, van het Verdrag over te dragen aan de huidige Duitse
verkeerscentrale aan de Knock te Emden.
Falls sich die Regierung des Königreichs der Niederlande mit Indien de regering van het Koninkrijk der Nederlanden ver-
dem Vorschlag einverstanden erklärt, werden dieses Schreiben klaart in te stemmen met het voorstel, zullen deze brief en uw
und Ihr das Einverständnis Ihrer Regierung zum Ausdruck brin- antwoordbrief strekkende tot instemming van uw regering een
gende Antwortschreiben eine Vereinbarung zwischen unseren overeenkomst vormen tussen onze beide regeringen, die op de
beiden Regierungen bilden, die mit dem Datum des Inkraft- datum van inwerkingtreding van het Verdrag van 24 oktober
tretens des Vertrags vom 24. Oktober 2014 zwischen der 2014 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der
Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Nieder- Nederlanden betreffende het gebruik en beheer van de territo-
lande über die Nutzung und Verwaltung des Küstenmeers zwi- riale zee van 3 tot 12 zeemijlen in werking treedt.
schen 3 und 12 Seemeilen in Kraft tritt.
Genehmigen Sie, Herr Minister, die Versicherung meiner Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere
ausgezeichneten Hochachtung. hoogachting te willen aanvaarden.
Frank-Walter Steinmeier Frank-Walter Steinmeier
Seiner Exzellenz Zijne Excellentie
dem Minister für auswärtige Angelegenheiten de Minister van Buitenlandse Zaken
des Königreichs der Niederlande van het Koninkrijk der Nederlanden
Herrn Bert Koenders Dhr. Bert Koenders
Den Haag Den Haag
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 613
Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Ministerie van Buitenlandse Zaken
24. Oktober 2014 24 oktober 2014
Herr Minister, Excellentie,
ich beehre mich, Ihnen den Empfang Ihres Schreibens vom Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van
24. Oktober 2014 mit folgendem Inhalt zu bestätigen: 24 oktober 2014, waarvan de inhoud als volgt luidt:
(Es folgt der Text des einleitenden Briefes.) (Es folgt der Text des einleitenden Briefes.)
Ich beehre mich, Ihnen mitzuteilen, dass sich die Regierung Ik heb de eer mede te delen dat het voorstel aanvaardbaar is
des Königreichs der Niederlande mit dem Vorschlag einver- voor de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en dat uw
standen erklärt und dass Ihr Schreiben und dieses Antwort- brief en deze antwoordbrief een overeenkomst zullen vormen
schreiben eine Vereinbarung bilden werden zwischen unseren tussen onze beide regeringen, die in werking treedt op de datum
beiden Regierungen, die mit dem Datum des Inkrafttretens des van inwerkingtreding van het Verdrag van 24 oktober 2014
Vertrags vom 24. Oktober 2014 zwischen dem Königreich der tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek
Niederlande und der Bundesrepublik Deutschland über die Duitsland betreffende het gebruik en beheer van de territoriale
Nutzung und Verwaltung des Küstenmeers zwischen 3 und zee van 3 tot 12 zeemijlen.
12 Seemeilen in Kraft tritt.
Genehmigen Sie, Herr Minister, die Versicherung meiner aus- Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u opnieuw te
gezeichneten Hochachtung. verzekeren van mijn gevoelens van de meeste hoogachting.
Bert Koenders Bert Koenders
Minister für auswärtige Angelegenheiten Minister van Buitenlandse Zaken
des Königreichs der Niederlande van het Koninkrijk der Nederlanden
Seiner Exzellenz Zijne Excellentie
dem Bundesminister des Auswärtigen De Bondsminister van Buitenlandse Zaken
der Bundesrepublik Deutschland van de Bondsrepubliek Duitsland
Herrn Dr. Frank-Walter Steinmeier Dr. Frank-Walter Steinmeier
Berlin Berlijn
614 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich der Berner Übereinkunft
zum Schutz von Werken der Literatur und Kunst
Vom 4. Mai 2016
I.
Die Berner Übereinkunft vom 9. September 1886 zum Schutz von Werken
der Literatur und Kunst in der in Paris am 24. Juli 1971 beschlossenen Fassung,
geändert am 2. Oktober 1979 (BGBl. 1973 II S. 1069, 1071; 1985 II S. 81), wird
nach ihrem Artikel 28 Absatz 2 Buchstabe c und Absatz 3 für
São Tomé und Príncipe am 14. Juni 2016
Turkmenistan am 29. Mai 2016
nach Maßgabe der unter II. abgedruckten Erklärungen
in Kraft treten.
II.
Tu r k m e n i s t a n hat dem Generaldirektor der Weltorganisation für geistiges
Eigentum bei Hinterlegung der Beitrittsurkunde am 29. Februar 2016 nach-
stehende E r k l ä r u n g e n notifiziert:
(Übersetzung)
“[…] It is understood that the effects of „[...] wird davon ausgegangen, dass die
the above mentioned Convention shall not genannte Übereinkunft sich in ihrer Wirkung
extend to the works which, at the date of nicht auf die Werke erstreckt, die beim
entry into force of the said Convention in Inkrafttreten der genannten Übereinkunft für
respect of Turkmenistan, are already in the Turkmenistan in seinem Hoheitsgebiet be-
public domain in its territory. reits Gemeingut geworden sind.
Pursuant to Article 33(2) of the said Nach Artikel 33 Absatz 2 der genannten
Convention as so revised, the Government Übereinkunft in ihrer Änderungsfassung
of Turkmenistan declares that Turkmenistan erklärt die Regierung von Turkmenistan,
does not consider itself bound by the dass sich Turkmenistan durch Artikel 33
provisions of paragraph (1) of Article 33 of Absatz 1 der Übereinkunft nicht als gebun-
that Convention.” den betrachtet.“
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
2. Februar 2016 (BGBl. II S. 239).
Berlin, den 4. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 615
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens des Europarats
zum Schutz von Kindern vor sexueller Ausbeutung
und sexuellem Missbrauch
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen des Europarats vom 25. Oktober 2007 zum Schutz von
Kindern vor sexueller Ausbeutung und sexuellem Missbrauch (BGBl. 2015 II
S. 26, 27) wird nach seinem Artikel 45 Absatz 4 für die
Tschechische Republik* am 1. September 2016
nach Maßgabe einer Erklärung gemäß Artikel 37 Absatz 2 des Übereinkom-
mens
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
4. April 2016 (BGBl. II S. 462).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf. ge-
mäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Fakultativprotokolls zum Übereinkommen
zur Beseitigung jeder Form von Diskriminierung der Frau
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 6. Oktober 1999 zum Übereinkommen vom
18. Dezember 1979 zur Beseitigung jeder Form von Diskriminierung der Frau
(BGBl. 2001 II S. 1237, 1238) wird nach seinem Artikel 16 Absatz 2 für
Monaco am 3. August 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
7. Mai 2015 (BGBl. II S. 839).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 615
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens des Europarats
zum Schutz von Kindern vor sexueller Ausbeutung
und sexuellem Missbrauch
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen des Europarats vom 25. Oktober 2007 zum Schutz von
Kindern vor sexueller Ausbeutung und sexuellem Missbrauch (BGBl. 2015 II
S. 26, 27) wird nach seinem Artikel 45 Absatz 4 für die
Tschechische Republik* am 1. September 2016
nach Maßgabe einer Erklärung gemäß Artikel 37 Absatz 2 des Übereinkom-
mens
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
4. April 2016 (BGBl. II S. 462).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite des Europarats unter www.conventions.coe.int einsehbar. Gleiches gilt für die ggf. ge-
mäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Fakultativprotokolls zum Übereinkommen
zur Beseitigung jeder Form von Diskriminierung der Frau
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 6. Oktober 1999 zum Übereinkommen vom
18. Dezember 1979 zur Beseitigung jeder Form von Diskriminierung der Frau
(BGBl. 2001 II S. 1237, 1238) wird nach seinem Artikel 16 Absatz 2 für
Monaco am 3. August 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
7. Mai 2015 (BGBl. II S. 839).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
616 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Fakultativprotokolls
zum Übereinkommen über die Rechte des Kindes
betreffend die Beteiligung von Kindern an bewaffneten Konflikten
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 25. Mai 2000 zum Übereinkommen vom 20. Novem-
ber 1989 über die Rechte des Kindes betreffend die Beteiligung von Kindern an
bewaffneten Konflikten (BGBl. 2004 II S. 1354, 1355) ist nach seinem Artikel 10
Absatz 2 für
Guinea* am 8. Mai 2016
nach Maßgabe einer Erklärung gemäß Artikel 3 Absatz 2 des Fakultativ-
protokolls
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
13. November 2015 (BGBl. II S. 1675).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Protokoll, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden im
Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf der
Webseite der Vereinten Nationen unter http://treaties.un.org einsehbar. Gleiches gilt für die ggf. zu
benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens über Maßnahmen zum Verbot
und zur Verhütung der rechtswidrigen Einfuhr, Ausfuhr
und Übereignung von Kulturgut
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen vom 14. November 1970 über Maßnahmen zum Verbot
und zur Verhütung der rechtswidrigen Einfuhr, Ausfuhr und Übereignung von
Kulturgut (BGBl. 2007 II S. 626, 627) ist nach seinem Artikel 21 für
Ghana am 20. April 2016
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
13. Juli 2015 (BGBl. II S. 1041).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
616 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Fakultativprotokolls
zum Übereinkommen über die Rechte des Kindes
betreffend die Beteiligung von Kindern an bewaffneten Konflikten
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 25. Mai 2000 zum Übereinkommen vom 20. Novem-
ber 1989 über die Rechte des Kindes betreffend die Beteiligung von Kindern an
bewaffneten Konflikten (BGBl. 2004 II S. 1354, 1355) ist nach seinem Artikel 10
Absatz 2 für
Guinea* am 8. Mai 2016
nach Maßgabe einer Erklärung gemäß Artikel 3 Absatz 2 des Fakultativ-
protokolls
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
13. November 2015 (BGBl. II S. 1675).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Protokoll, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden im
Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf der
Webseite der Vereinten Nationen unter http://treaties.un.org einsehbar. Gleiches gilt für die ggf. zu
benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens über Maßnahmen zum Verbot
und zur Verhütung der rechtswidrigen Einfuhr, Ausfuhr
und Übereignung von Kulturgut
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen vom 14. November 1970 über Maßnahmen zum Verbot
und zur Verhütung der rechtswidrigen Einfuhr, Ausfuhr und Übereignung von
Kulturgut (BGBl. 2007 II S. 626, 627) ist nach seinem Artikel 21 für
Ghana am 20. April 2016
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
13. Juli 2015 (BGBl. II S. 1041).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 617
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Internationalen Übereinkommens
zur Bekämpfung nuklearterroristischer Handlungen
Vom 10. Mai 2016
Das Internationale Übereinkommen vom 13. April 2005 zur Bekämpfung
nuklearterroristischer Handlungen (BGBl. 2007 II S. 1586, 1587) ist nach seinem
Artikel 25 Absatz 2 für
Argentinien* am 8. Mai 2016
nach Maßgabe von Erklärungen gemäß Artikel 9 Absatz 3 sowie gemäß
Artikel 23 Absatz 2
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
30. März 2016 (BGBl. II S. 405).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite der Vereinten Nationen unter http://treaties.un.org einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Fakultativprotokolls
zum Übereinkommen über die Rechte des Kindes
betreffend ein Mitteilungsverfahren
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 19. Dezember 2011 zum Übereinkommen vom
20. November 1989 über die Rechte des Kindes betreffend ein Mitteilungsver-
fahren (BGBl. 2012 II S. 1546, 1547) wird nach seinem Artikel 19 Absatz 2 für
Samoa am 29. Juli 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
8. März 2016 (BGBl. II S. 295).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 617
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Internationalen Übereinkommens
zur Bekämpfung nuklearterroristischer Handlungen
Vom 10. Mai 2016
Das Internationale Übereinkommen vom 13. April 2005 zur Bekämpfung
nuklearterroristischer Handlungen (BGBl. 2007 II S. 1586, 1587) ist nach seinem
Artikel 25 Absatz 2 für
Argentinien* am 8. Mai 2016
nach Maßgabe von Erklärungen gemäß Artikel 9 Absatz 3 sowie gemäß
Artikel 23 Absatz 2
in Kraft getreten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
30. März 2016 (BGBl. II S. 405).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite der Vereinten Nationen unter http://treaties.un.org einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich des Fakultativprotokolls
zum Übereinkommen über die Rechte des Kindes
betreffend ein Mitteilungsverfahren
Vom 10. Mai 2016
Das Fakultativprotokoll vom 19. Dezember 2011 zum Übereinkommen vom
20. November 1989 über die Rechte des Kindes betreffend ein Mitteilungsver-
fahren (BGBl. 2012 II S. 1546, 1547) wird nach seinem Artikel 19 Absatz 2 für
Samoa am 29. Juli 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
8. März 2016 (BGBl. II S. 295).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
618 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens zur Durchführung des Teiles XI
des Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen vom 28. Juli 1994 zur Durchführung des Teiles XI des
Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen vom 10. Dezember 1982
(BGBl. 1994 II S. 2565, 2566, 3796; 1997 II S. 1327) wird nach seinem Artikel 6
Absatz 2 für
Antigua und Barbuda am 2. Juni 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
4. November 2014 (BGBl. II S. 1346).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
des deutsch-kambodschanischen Abkommens
über Finanzielle Zusammenarbeit
Vom 10. Mai 2016
Das in Phnom Penh am 9. März 2016 unterzeich-
nete Abkommen zwischen der Regierung der Bundes-
republik Deutschland und der Königlichen Regierung
von Kambodscha über Finanzielle Zusammenarbeit
2015 – 2016 ist nach seinem Artikel 6 Absatz 1
am 9. März 2016
in Kraft getreten; es wird nachstehend veröffentlicht.
Bonn, den 10. Mai 2016
Bundesministerium
für wirtschaftliche Zusammenarbeit
und Entwicklung
Im Auftrag
Björn Schildberg
618 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens zur Durchführung des Teiles XI
des Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen vom 28. Juli 1994 zur Durchführung des Teiles XI des
Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen vom 10. Dezember 1982
(BGBl. 1994 II S. 2565, 2566, 3796; 1997 II S. 1327) wird nach seinem Artikel 6
Absatz 2 für
Antigua und Barbuda am 2. Juni 2016
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
4. November 2014 (BGBl. II S. 1346).
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bekanntmachung
des deutsch-kambodschanischen Abkommens
über Finanzielle Zusammenarbeit
Vom 10. Mai 2016
Das in Phnom Penh am 9. März 2016 unterzeich-
nete Abkommen zwischen der Regierung der Bundes-
republik Deutschland und der Königlichen Regierung
von Kambodscha über Finanzielle Zusammenarbeit
2015 – 2016 ist nach seinem Artikel 6 Absatz 1
am 9. März 2016
in Kraft getreten; es wird nachstehend veröffentlicht.
Bonn, den 10. Mai 2016
Bundesministerium
für wirtschaftliche Zusammenarbeit
und Entwicklung
Im Auftrag
Björn Schildberg
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 619
Abkommen
zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland
und der Königlichen Regierung von Kambodscha
über Finanzielle Zusammenarbeit 2015 – 2016
Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland land und der Königlichen Regierung von Kambodscha durch an-
dere Vorhaben ersetzt werden.
und
(3) Falls die Regierung der Bundesrepublik Deutschland es
die Königliche Regierung von Kambodscha –
der Königlichen Regierung von Kambodscha zu einem späteren
Zeitpunkt ermöglicht, weitere Finanzierungsbeiträge zur Vorbe-
im Geiste der bestehenden freundschaftlichen Beziehungen
reitung der in Absatz 1 genannten Vorhaben oder für notwendige
zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich
Begleitmaßnahmen zur Durchführung und Betreuung der in Ab-
Kambodscha,
satz 1 genannten Vorhaben von der KfW zu erhalten, findet die-
im Wunsch, diese freundschaftlichen Beziehungen durch part- ses Abkommen Anwendung.
nerschaftliche Finanzielle Zusammenarbeit zu festigen und zu
vertiefen, Artikel 2
im Bewusstsein, dass die Aufrechterhaltung dieser Beziehun- (1) Die Verwendung der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Be-
gen die Grundlage dieses Abkommens ist, träge, die Bedingungen, zu denen sie zur Verfügung gestellt wer-
den, sowie das Verfahren der Auftragsvergabe bestimmen die
in der Absicht, zur sozialen und wirtschaftlichen Entwicklung zwischen der KfW und den Empfängern der Finanzierungsbei-
im Königreich Kambodscha beizutragen, träge zu schließenden Verträge, die den in der Bundesrepublik
Deutschland geltenden Rechtsvorschriften unterliegen.
unter Bezugnahme auf das Protokoll der Regierungsverhand- (2) Die Zusage der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Beträge
lungen 2015 in Berlin vom 2. Dezember 2015 – entfällt, soweit nicht innerhalb einer Frist von sieben Jahren nach
dem Zusagejahr die entsprechenden Finanzierungsverträge ge-
sind wie folgt übereingekommen:
schlossen wurden. Für diese Beträge endet die Frist mit Ablauf
des 31. Dezember 2022.
Artikel 1
(3) Die Königliche Regierung von Kambodscha, soweit sie
(1) Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland ermöglicht nicht selbst Empfänger der Finanzierungsbeiträge ist, wird etwai-
es der Königlichen Regierung von Kambodscha, von der Kredit- ge Rückzahlungsansprüche, die aufgrund der nach Absatz 1 zu
anstalt für Wiederaufbau (KfW) Finanzierungsbeiträge in Höhe schließenden Finanzierungsverträge entstehen können, gegen-
von insgesamt 22 100 000 Euro (in Worten: zweiundzwanzig über der KfW garantieren.
Millionen einhunderttausend Euro) für die folgenden Vorhaben zu
erhalten:
Artikel 3
a) „Ländliches Infrastrukturprogramm V (RIP V)“ bis zu
9 000 000 Euro (in Worten: neun Millionen Euro), Die Königliche Regierung von Kambodscha stellt die KfW von
sämtlichen Steuern und sonstigen öffentlichen Abgaben frei, die
b) „Ländliches Infrastrukturprogramm VI (RIP VI)“ bis zu im Zusammenhang mit Abschluss und Durchführung der in Arti-
5 100 000 Euro (in Worten: fünf Millionen einhunderttausend kel 2 Absatz 1 erwähnten Verträge im Königreich Kambodscha
Euro), erhoben werden.
c) „Deutscher Beitrag zum Health Equity and Quality
Improvement Programme (H-EQIP)“ bis zu 6 000 000 Euro Artikel 4
(in Worten: sechs Millionen Euro),
Die Königliche Regierung von Kambodscha überlässt bei den
d) „Begleitmaßnahme zum Deutschen Beitrag zum Health sich aus der Gewährung der Finanzierungsbeiträge ergebenden
Equity and Quality Improvement Programme (H-EQIP)“ bis zu Transporten von Personen und Gütern im See-, Land- und Luft-
2 000 000 Euro (in Worten: zwei Millionen Euro), verkehr den Passagieren und Lieferanten die freie Wahl der Ver-
kehrsunternehmen, trifft keine Maßnahmen, welche die gleich-
wenn nach Prüfung die Förderungswürdigkeit dieser Vorhaben
berechtigte Beteiligung der Verkehrsunternehmen mit Sitz in der
festgestellt worden ist.
Bundesrepublik Deutschland ausschließen oder erschweren, und
(2) Die in Absatz 1 bezeichneten Vorhaben können im Einver- erteilt gegebenenfalls die für eine Beteiligung dieser Verkehrsun-
nehmen zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutsch- ternehmen erforderlichen Genehmigungen.
620 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Artikel 5 (2) Für diesen Betrag endet die Frist mit Ablauf des 31. De-
zember 2020.
(1) Der im Abkommen vom 23. Juli 2014, geändert durch die
Vereinbarungen vom 24. November 2014 und 25. Dezember
2014, zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland Artikel 6
und der Königlichen Regierung von Kambodscha über Finan- (1) Dieses Abkommen tritt am Tage seiner Unterzeichnung in
zielle Zusammenarbeit 2013 für das Vorhaben „Deutscher Kraft.
Beitrag zum kambodschanischen Health Sector Programme“
vorgesehene Finanzierungsbeitrag wird mit einem Betrag von (2) Die Registrierung dieses Abkommens beim Sekretariat der
6 000 000 Euro (in Worten: sechs Millionen Euro) reprogrammiert Vereinten Nationen nach Artikel 102 der Charta der Vereinten
und zusätzlich für das in Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe c) er- Nationen wird unverzüglich nach seinem Inkrafttreten von der
wähnte Vorhaben „Deutscher Beitrag zum Health Equity and Regierung der Bundesrepublik Deutschland veranlasst. Die an-
Quality Improvement Programme (H-EQIP)“ verwendet, wenn dere Vertragspartei wird unter Angabe der VN-Registrierungs-
nach Prüfung dessen Förderungswürdigkeit festgestellt worden nummer von der erfolgten Registrierung unterrichtet, sobald die-
ist. se vom Sekretariat der Vereinten Nationen bestätigt worden ist.
Geschehen zu Phnom Penh am 9. März 2016 in deutscher,
khmer und englischer Sprache, wobei jeder Wortlaut verbindlich
ist. Bei unterschiedlicher Auslegung des deutschen und des
khmer Wortlauts ist der englische Wortlaut maßgebend.
Für die Regierung der Bundesrepublik Deutschland
J o a c h i m Fre i h e r r M a r s c h a l l v o n B i e b e r s t e i n
Für die Königliche Regierung von Kambodscha
Keat Chhon
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens der Vereinten Nationen
über Verträge über den internationalen Warenkauf
Vom 10. Mai 2016
Das Übereinkommen der Vereinten Nationen vom 11. April 1980 über Verträge
über den internationalen Warenkauf (BGBl. 1989 II S. 586, 588; 1990 II S. 1699)
wird nach seinem Artikel 99 Absatz 2 für
Aserbaidschan* am 1. Juni 2017
nach Maßgabe einer Erklärung zur regionalen Anwendbarkeit des Überein-
kommens
in Kraft treten.
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
6. Januar 2016 (BGBl. II S. 134).
* Vorbehalte und Erklärungen:
Vorbehalte und Erklärungen zu diesem Übereinkommen, mit Ausnahme derer Deutschlands, werden
im Bundesgesetzblatt Teil II nicht veröffentlicht. Sie sind in englischer und französischer Sprache auf
der Webseite der Vereinten Nationen unter http://treaties.un.org einsehbar. Gleiches gilt für die ggf.
gemäß Übereinkommen zu benennenden Zentralen Behörden oder Kontaktstellen.
Berlin, den 10. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 621
Bekanntmachung
über den Geltungsbereich
des Übereinkommens über die Bekämpfung der Bestechung,
an der Beamte der Europäischen Gemeinschaften
oder der Mitgliedstaaten der Europäischen Union beteiligt sind
Vom 11. Mai 2016
I.
Das Übereinkommen vom 26. Mai 1997 aufgrund von Artikel K.3 Absatz 2
Buchstabe c des Vertrags über die Europäische Union über die Bekämpfung der
Bestechung, an der Beamte der Europäischen Gemeinschaften oder der Mit-
gliedstaaten der Europäischen Union beteiligt sind (BGBl. 2002 II S. 2727, 2729),
ist nach seinem Artikel 14 Absatz 4 für
Kroatien am 1. Februar 2016
nach Maßgabe der unter II. abgedruckten Vorbehalte
in Kraft getreten.
II.
K r o a t i e n hat bei Hinterlegung der Beitrittsurkunde folgende V o r b e h a l t e
angebracht:
(Übersetzung)
“Reservation concerning Article 7, para- „Vorbehalt betreffend Artikel 7 Absatz 1
graph 1 of the Convention des Übereinkommens
Pursuant to Article 7, paragraph 2 of the Nach Artikel 7 Absatz 2 des Übereinkom-
Convention, the Republic of Croatia mens erklärt die Republik Kroatien, dass sie
declares that it will not apply the jurisdiction die Bestimmungen über die Gerichtsbarkeit
rules laid down in Article 7, paragraph 1, gemäß Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe d des
sub-paragraph (d) of the Convention. Übereinkommens nicht anwendet.
Reservation concerning Article 10, para- Vorbehalt betreffend Artikel 10 Absatz 1
graph 1 of the Convention des Übereinkommens
Pursuant to Article 10, paragraph 2 of Nach Artikel 10 Absatz 2 des Überein-
the Convention, the Republic of Croatia kommens erklärt die Republik Kroatien,
declares that it will not be bound by Arti- dass sie in den in Artikel 10 Absatz 2 Buch-
cle 10, paragraph 1 of the Convention in the staben a, b und c des Übereinkommens
cases set out in Article 10, paragraph 2, dargelegten Fällen nicht durch Artikel 10
sub-paragraphs (a), (b) and (c) of the Con- Absatz 1 des Übereinkommens gebunden
vention.” ist.“
Diese Bekanntmachung ergeht im Anschluss an die Bekanntmachung vom
13. März 2014 (BGBl. II S. 292).
Berlin, den 11. Mai 2016
Auswärtiges Amt
Im Auftrag
Dr. M i c h a e l K o c h
622 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Bekanntmachung
der deutsch-philippinischen Vereinbarung
über die Gründung einer
Deutsch-Philippinischen Auslandshandelskammer
in Manila
Vom 12. Mai 2016
Die durch Notenwechsel vom 12. August 2015/16. Sep-
tember 2015 geschlossene Vereinbarung zwischen der
Regierung der Bundesrepublik Deutschland und der Re-
gierung der Republik der Philippinen über die Gründung
einer Deutsch-Philippinischen Auslandshandelskammer in
Manila ist nach ihrer Inkrafttretensklausel
am 16. September 2015
in Kraft getreten. Die einleitende deutsche Note wird
nachstehend veröffentlicht.
Berlin, den 12. Mai 2016
Bundesministerium
für Wirtschaft und Energie
Im Auftrag
Dr. E c k h a r d F r a n z
Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016 623
Botschaft Manila, 12. August 2015
der Bundesrepublik Deutschland
Manila
Verbalnote
Die Botschaft der Bundesrepublik Deutschland beehrt sich, dem Ministerium für
Auswärtige Angelegenheiten der Republik der Philippinen im Einklang mit den guten Be-
ziehungen zwischen beiden Ländern und in der Absicht, die wirtschaftlichen Beziehungen
und insbesondere die Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Handels und der Industrie
zwischen beiden Ländern, vor allem im Bereich der klein- und mittelständischen Unter-
nehmen, zu fördern, den Abschluss einer Vereinbarung zwischen der Regierung der
Bundesrepublik Deutschland und der Regierung der Republik der Philippinen über
die Gründung einer Deutsch-Philippinischen Auslandshandelskammer in Manila vorzu-
schlagen, die folgenden Wortlaut haben soll:
Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland und die Regierung der Republik der
Philippinen vereinbaren hiermit die Gründung einer bilateralen Deutsch-Philippinischen
Auslandshandelskammer (im Folgenden als Auslandshandelskammer bezeichnet) nach
den Bestimmungen des philippinischen Rechts mit dem Ziel, die wirtschaftliche Zusam-
menarbeit zwischen beiden Ländern wie folgt zu unterstützen:
1. Die Auslandshandelskammer ist eine rechtlich selbstständige juristische Person, die
philippinischem Recht unterliegt und deutsche und philippinische Unternehmen zum
Mitglied haben kann. Sie wird die offizielle Bezeichnung „Deutsch-Philippinische
Auslandshandelskammer“ tragen.
2. Zweck der vom Deutschen Industrie- und Handelskammertag e. V. (DIHK) anerkann-
ten Auslandshandelskammer ist die Förderung der Handels- und Wirtschafts-
beziehungen zwischen Unternehmen, Organisationen und Gewerbetreibenden der
Bundesrepublik Deutschland und der Republik der Philippinen. Sie setzt sich für die
Interessen der Wirtschaft beider Länder ein und fördert den Wirtschaftsverkehr in
beide Richtungen. Die Auslandshandelskammer verfolgt keine Gewinnerzielungs-
zwecke. Sie kann für ihre Dienstleistungen Entgelte zur Deckung der Kosten erheben.
3. Die Auslandshandelskammer wird bei der zuständigen philippinischen Behörde
(Securities and Exchange Commission) registriert. Der Sitz der Auslandshandelskammer
ist Manila. Sie kann nach geltendem philippinischem Recht weitere Außenstellen im
Hoheitsgebiet der Republik der Philippinen einrichten und unterhalten.
4. Die Auslandshandelskammer wird sich über Mitgliedsbeiträge, die Zuwendung des
Bundesministeriums für Wirtschaft und Energie, Spenden und andere Einnahmen, die
durch das geltende philippinische Recht zugelassen sind, finanzieren. Die Auslands-
handelskammer ist von der Zahlung der Einkommensteuer auf Zahlungen befreit, die
unmittelbar oder mittelbar von der Bundesrepublik Deutschland an die Auslands-
handelskammer zur Deckung der Kosten der unter Nummer 2 genannten Zwecke
geleistet werden. Der Auslandshandelskammer ist gestattet, Konten in der Bundes-
republik Deutschland sowie in der Republik der Philippinen sowie zu unterhalten. Über
den DIHK geleitete Bundeszuwendungen, die zur Finanzierung der Auslandshandels-
kammer dienen, können jederzeit frei auf die in der Republik der Philippinen unter-
haltenen Konten der Auslandshandelskammer überwiesen werden.
5. Personen, die in Abstimmung mit dem DIHK oder in dessen Auftrag zu den unter
Nummer 2 genannten Zwecken bei der Auslandshandelskammer beschäftigt werden,
sowie deren Familienangehörige (Ehepartner und ihre Kinder unter 21 Jahren) sind
keine Angehörigen der diplomatischen oder konsularischen Vertretungen der Bundes-
republik Deutschland in der Republik der Philippinen. Sie genießen nicht die Vorrechte
und Immunitäten, die dem Personal solcher Vertretungen gewährt werden.
6. Die unter Nummer 5 genannten Personen, die zur Beschäftigung an die Auslands-
handelskammer entsandt sind, müssen die nach Maßgabe der in der Republik der
Philippinen geltenden Gesetze, Regeln und sonstigen Vorschriften erforderlichen
Genehmigungen einholen.
7. Die zuständigen Behörden in der Republik der Philippinen erteilen den unter Num-
mer 5 genannten Personen auf Antrag die erforderlichen Visa, Aufenthalts- und
Arbeitsgenehmigungen im Rahmen der geltenden Gesetze und sonstigen Vorschrif-
ten. Die genannten Genehmigungen beinhalten das Recht auf mehrfache Ein- und
Ausreise im Rahmen ihrer Gültigkeitsdauer. Die Genehmigungen werden nach Maß-
gabe des philippinischen Rechts zunächst längstens für drei Jahre erteilt und können
danach verlängert werden.
8. Die Auslandshandelskammer beschäftigt nach Maßgabe der in der Republik der
Philippinen geltenden Gesetze, Regeln und sonstigen Vorschriften eine den Zwecken,
deren Erfüllung die Einrichtung der Auslandshandelskammer dient, angemessene
Anzahl von Mitarbeitern.
624 Bundesgesetzblatt Jahrgang 2016 Teil II Nr. 15, ausgegeben zu Bonn am 9. Juni 2016
Herausgeber: Bundesministerium der Justiz und für Verbraucherschutz
Postanschrift: 11015 Berlin
Hausanschrift: Mohrenstraße 37, 10117 Berlin
Telefon: (0 30) 18 580-0
Redaktion: Bundesamt für Justiz
Schriftleitungen des Bundesgesetzblatts Teil I und Teil II
Postanschrift: 53094 Bonn
Hausanschrift: Adenauerallee 99 – 103, 53113 Bonn
Telefon: (02 28) 99 410-40
Verlag: Bundesanzeiger Verlag GmbH
Postanschrift: Postfach 10 05 34, 50445 Köln
Hausanschrift: Amsterdamer Str. 192, 50735 Köln
Telefon: (02 21) 9 76 68-0
Satz, Druck und buchbinderische Verarbeitung: M. DuMont Schauberg, Köln
Bundesgesetzblatt Teil I enthält Gesetze sowie Verordnungen und sonstige
Bekanntmachungen von wesentlicher Bedeutung, soweit sie nicht im Bundes-
gesetzblatt Teil II zu veröffentlichen sind.
Bundesgesetzblatt Teil II enthält
a) völkerrechtliche Übereinkünfte und die zu ihrer Inkraftsetzung oder Durch-
setzung erlassenen Rechtsvorschriften sowie damit zusammenhängende
Bekanntmachungen,
b) Zolltarifvorschriften.
Laufender Bezug nur im Verlagsabonnement. Postanschrift für Abonnement-
bestellungen sowie Bestellungen bereits erschienener Ausgaben:
Bundesanzeiger Verlag GmbH, Postfach 10 05 34, 50445 Köln
Telefon: (02 21) 9 76 68-2 82, Telefax: (02 21) 9 76 68-2 78
E-Mail: bgbl@bundesanzeiger.de
Internet: www.bundesgesetzblatt.de bzw. www.bgbl.de
Bezugspreis für Teil I und Teil II halbjährlich im Abonnement je 63,00 €. Bundesanzeiger Verlag GmbH · Postfach 10 05 34 · 50445 Köln
Bezugspreis dieser Ausgabe: 4,85 € (3,80 € zuzüglich 1,05 € Versandkosten). Postvertriebsstück · Deutsche Post AG · G 1998 · Entgelt bezahlt
Im Bezugspreis ist die Mehrwertsteuer enthalten; der angewandte Steuersatz
beträgt 7 %.
ISSN 0341-1109
9. Die steuerliche Behandlung der Gehälter, Löhne und ähnlichen Bezüge der unter
Nummer 5 genannten Personen, die vom DIHK oder in dessen Auftrag zur Erfüllung
der Zwecke, denen die Einrichtung der Auslandshandelskammer dient, entsandt sind,
richtet sich nach dem Abkommen zwischen der Bundesrepublik Deutschland und
der Republik der Philippinen zur Vermeidung der Doppelbesteuerung auf dem Gebiet
der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen sowie nach den jeweils geltenden
Gesetzen und sonstigen Vorschriften.
10. Nach Maßgabe der in der Republik der Philippinen geltenden Gesetze, Regeln und
sonstigen Vorschriften gewährt die Regierung der Republik der Philippinen den unter
Nummer 5 genannten ausländischen Staatsangehörigen, die im Auftrag des DIHK zu
den unter Nummer 2 genannten Zwecken bei der Auslandshandelskammer beschäf-
tigt sind, und deren Familienangehörigen (Ehepartner und ihre Kinder unter 21 Jahren),
für persönliche Gebrauchsgegenstände und Hausrat bei der Ein- und Wiederausfuhr
die Befreiung von Zöllen und Steuern.
11. Diese Vereinbarung gilt für einen Zeitraum von fünf Jahren und verlängert sich jeweils
automatisch um diesen Zeitraum. Sie kann unter Einhaltung einer Frist von einem Jahr
jederzeit auf diplomatischem Wege schriftlich gekündigt werden.
12. Diese Vereinbarung berührt keine im Verhältnis zwischen der Bundesrepublik Deutsch-
land und der Republik der Philippinen geltenden zweiseitigen Abkommen.
13. Diese Vereinbarung wird in deutscher und englischer Sprache geschlossen, wobei
jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.
Falls sich die Regierung der Republik der Philippinen mit den unter Nummern 1 bis 13
gemachten Vorschlägen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland einverstanden
erklärt, werden diese Verbalnote und die das Einverständnis der Regierung der Republik
der Philippinen zum Ausdruck bringende Antwortnote des Ministeriums für Auswärtige
Angelegenheiten der Republik der Philippinen eine Vereinbarung zwischen der Regierung
der Bundesrepublik Deutschland und der Regierung der Republik der Philippinen bilden,
die mit dem Datum der Antwortnote in Kraft tritt.
Die Botschaft der Bundesrepublik Deutschland benutzt diesen Anlass, das Ministerium
für Auswärtige Angelegenheiten der Republik der Philippinen erneut ihrer ausgezeichnetsten
Hochachtung zu versichern.
An das
Außenministerium der
Republik der Philippinen